2 Dec. '14, bij Lodz Duitsche compagnieën ontwaren, die tot
vlak voor de Russische stelling met kleine flankcolonnes zich
hadden voortgewerkt en eerst daar de linie formeerden en tot
den stormaanval overgingen Welke slaagde.
De vormen, welke bij de nadering door de Inf.-afdeelingen
moeten worden toegepast zijn het resultaat van 2 in verschil
lende richting werkende krachten, n 1. de drang om den troep
zoo veel mogelijk gesloten te houden in het belang van het
gemakkelijk manoeuvreeren en de noodzakelijkheid om de tus-
schenruimten en afstanden zoo groot mogelijk te houden met
het oog op de uitwerking van het vijandelijk mitr.- en art-vuur,
waarbij dan tevens van belang is, dat de troep zoodanig gesplitst
wordt, dat de afdeelingen gemakkelijk in het terrein kunnen
verdwijnen. De Fransche voorschriften bepalen nu, dat de Batal
jons zoodanig gegroepeerd worden, dat de compagnieën kunnen
worden uiteengetrokken over breedten van 100 a 200 M., met
sectiën, of brigades, uit de flank, in verschillende liniën, waar
voor de ondervolgende voorbeelden gelden.
D
7
N. B. Deze voorbeelden geven slechts een schematische voorstelling van door
een vredescomp. (niet op oorlogssterkte) aan te nemen vormen.
Aan beide zijden aangeleund:
lste. 2de
150 M.
100
50 50
50
50
50
Aangeleund op één vleugel,
lste
2de
50
50
50
50
50 Q
50
50
50