gestrekten arm, wanneer beurtelings het rechter-en linker oog gesloten en geopend wordt, ongeveer 1/10 afstand is. oogbreedte 6 c.M. Afstand oog duim 65 c.M. 65 c.M. 6 c.M. 100 c.M. 6.100 9,2 c.M. 65 1000 M. 92 M. 100 M. Bij het beschieten van breede diepe doelen, bijv. van colonnes, welke zich in schuine richting verplaatsen, zal elke sectie een gedeelte van het doel onder vuur nemen, waarbij in de breedte wordt gespreid en in de diepte. De diepte kan zoo noodig worden vergroot door het gebruik van 2 vizieren. Het gelijktijdig spreiden in de breedte en in de diepte is zeer moeilijk. Hierbij moet worden gebruik gemaakt van een zelf werkende doorvuur-inrichting d. i. een klep tot autom. vuur, zooals in Ned. bij de verschillende mitrs is aangebracht, zoodat het den schutter gemakkelijker wordt gemaakt om zijn aandacht bij de andere verrichtingen te bepalen. Daar zware mitrs zoo min doenlijk van stelling moeten veran deren, omdat de voordeelen van te zijn vast- en ingeschoten daarmee zouden worden prijsgegeven, zal het vuren over de eigen troepen veel voorkomen, doch steeds met vizieren hooger dan 600 M. (tenzij de mitrs ten opzichte var. doel of eigen linie een zeer hooge opstelling innemen). Het innemen van een stelling, die slechts een weinig hooger ligt, zal reeds een groot voordeel zijn. De vaste stand van de affuit moet goed zijn verzekerd, terwijl voor een goede loopaf- koeling moet worden gezorgd (geweer-mitr. dus minder geschikt). Bovendien moet rekening worden gehouden met de onderste kogelbanen van den bundel, en met meet- en richtfouten, zoodat een zekere veiligheidsmaatregel moet worden toegepast. (Zie hiervoren bij de richtplaat). We komen thans tot de Soorten van Vuur. I. Vuur over eigen troepen. Zie het bepaalde in het S. V. Mitr. Maatregelen nemen voor het vastzetten van het hoogtestelrad, zoodat nooit terug gedraaid kan worden. De eigen troep hoogstens 1600 M. vóór den mitrailleur; zelf minstens 300 M. achter eigen troep en vijand 500 M. voorbij eigen troep. Steeds vuren met een vizier hooger dan 600 M. (Dit geldt voornamelijk op nagenoeg vlak terrein of als het verschil in hoogte tusschen eigen opstelling en die van eigen linie of tegenpartij niet zoo groot is). Anderen vermeenen evenzoo dat deze inrichting bij onzen mitr. moet worden aangebracht. Red. 1. M. T. 10

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 10