Men onderscheidt 2 gevallen. A. Verschil in opstelling (hoogte) van eigen partij en vijand, alsdan de nokken van de Richtplaat gebruiken. B. Op geheel vlak terrein. De afstandmeter zendt bericht, wanneer afstand eigen linie tot tegenpartij de 500 M. nadert en wanneer afstand opstelling mitrs en eigen linie bijna 1600 M. geworden is, waarna het vuur gestaakt, of naar voren verlegd moet worden. Als onderdeel van het vuur over eigen troepen kan beschouwd worden Het afsluitingsvuur (Spervuur). Bij de instructie-vuren door de Schietschool in 1919 in de Harskamp gehouden, werd dit vuur nog afgegeven tot 200 M. voor de eigen linie met als mikpunt de bovenkant eigen linie. Vizier 200 M. hooger, dan de afstand tot eigen linie bedraagt. Niet of alleen vooruitgaand diepspreiden. Maatregelen nemen, dat niet teruggespreid kan worden. Correctie's goed ruim naar voren nemen, nooit naar achter. Het ligt niet in de bedoeling, het bepaalde omtrent het „vuren over eigen troepen" in het S. V. Mitr. te veroordeelen. In de practijk komt de uitvoering hiervan vrijwel overeen met het bovenstaande. Deze wijze van uitvoeren is echter veel omslachti ger, daar voor het berekenen steeds een mitr. noodig zal zijn, zoodat de sectie-comdt, wil hij niet de omslachtige wijze van het zelf berekenen volgen met behulp van de tabellen in het S. V. Mitr., afhankelijk is van den schutter, tenzij hij zelf telkens achter den mitr. gaat zitten. De Richtplaat geeft het middel om onafhankelijk van den mitr. de verschillende gegevens te bepalen en die te contröleeren. Jammer is, dat in het S. V. Mitr. geen vaste lijn wordt ge volgd BI. 47 zegt: „Indien de afstand tot het doel 1000 M. of meer bedraagt, zal op vlak terrein de baan steeds voldoende hoog boven de hoofden van den eigen troep gelegen zijn, als de eigen troep minstens 300 M. van de eigen mitr.-stelling en van het doel is verwijderd." BI. 48 zegt echter„Daar de invloed van afwijkingen tengevolge van mogelijke onvolkomenheden van de mun, of van andere omstandigheden, welke van invloed zijn op de baan van den kogel moeilijker in rekening is te brengen, naarmate de afstand tot den eigen troep grooter is, zal men, indien deze afstand meer bedraagt dan 400 a 500 M., slechts bij uitzondering tot het schieten over eigen troepen overgegaan". De afstand van 300 tot 4 a 500 M., zal door den eigen troep vrij spoedig afgelegd zijn, zoodat men dus slechts zeer kort over den eigen, troep zal kunnen vuren. Van geachte zijde werd t.z. opgemerkt: Het S. V. Mitr. is hierin inder daad niet consequent. Red. 1. M. T. 11

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 11