bieden; het streven hiervoor en de stuwkracht ging uit van be staande wetenschappelijke organisaties. Onmiddellijk toch wer den door de „American Psychological Association" en de „National Research Council" commissies benoemd met opdracht de toe standen te bestudeeren en plannen voor militair psychologische onderzoekingen te ontwerpen. In onderlinge samenwerking wer den door deze commissies, gedurende den loop van den zomer van 1917, een reeks van proefnemingen samengesteld, die in Aug. d.a. v. den Surgeon General of the Army" ter beoordeeling werden aangeboden. Onmiddellijk werden de gedane voorstellen goedge keurd en voor officiëele proefneming aangewezen, waarop gedu rende Oct. en Nov. deels ook ter verificatie van de psycholo gische waarde der ontworpen onderzoekingen in een viertal militaire kampementen, op in totaal circa 80.000 man, werd geëxperimenteerd. De daarbij verkregen resultaten waren van zulk een gunstigen aard, bewezen zoo de waarde van de serie proefnemingen, de stemming van officieren, die er mede hadden kennis gemaakt, was zóó voor voortzetting, dat in Jan. 1918 werd overgegaan tot oprichting van een „Division of Psychology", ondergebracht bij het „Medical Departement of the Army". Ten einde de noodige militair psychologen te verkrijgen, werd tevens onmiddellijk daarvoor een school opgericht in het kamp Fort Oglethorpe, Georgia, waar een 400-tal personen zijn opgeleid. Het geheel werd gesteld onder leiding van Major R. M. Y e r k e s. Aanvankelijk klein heeft de „Division of Psychology" zich sterk ontwikkeld en bestond zij in Nov. 1918 uit c. a. 120 offn, 350 onderoffn en minderen en 500 klerken. Onderzocht waren toen ongeveer 2 millioen militairen, waarvan 83.000 individüëel. Ofschoon kleine groepen van psychologen soms meer dan 2000 man per dag moesten onderzoeken, is het toch steeds gelukt de proeven goed te doen verloopen. Plaatsing van de Psychologische Afdeeling onder het „Medical Departement of the Army", van psychologen naast de mil. medici heeft aanvankelijk, als gevolg van een niet juiste afbakening en een niet juist begrijpen van ieders werkterrein, eenige moeilijk heden veroorzaakt, die echter geleidelijk zijn overwonnen en ver dwenen. Bij het mil. psychologisch onderzoek deden zich al dadelijk eenige moeilijkheden voor, die3dienden te worden overwonnen. Allereerst de onbekendheid met het groepsgewijze experimenteel psychologisch onderzoek; te voren had dit behoudens eenige experimenten met klassen van schoolkinderen zoo goed als niet plaats gehad. Individüëel onderzoek van den persoon, als tot dusverre voornamelijk toepassing had gevonden, zou in verband met de groote massa niet mogelijk zijn. Daarnaast deden zich nog andere eischen gelden; de proeven moesten belangstelling inboezemen en zoo zijn ingericht, dat zij 15

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 15