Bij Test I waren b. v. op het formulier naast elkaar 5 cirkels
vermeld en was de opdracht: 1. Zet een kruis in den eersten en het
cijfer 4 in den derden cirkel: 2. Trek een lijn van cirkel 1 tot cirkel
4, die boven cirkel 2 en onder cirkel 3 doorloopt.
Ie. Zet een
kruis in den
driehoek maar
niet in het vier
kant en het cij
fer 3 in het
vierkant en drie
hoek.
2e. Zet het
cijfer 6 in den
cirkel maar niet
in driehoek of
vierkant.
3e. Zet het cijfer 2 in den driehoek en de cirkel maar niet in
het vierkant.
434-79-56-87-68-25-87-43-23-33-91-64-73-27-18-36-25-75-17-29.
Schrap de cijfers door die kleiner dan 40, doch grooter dan20 zijn.
5Verder werd opgedragen in een rij letters als b.v. A. B. C.
D. E. F. G. H 1. J. K. L. M. N. O. P. Q. R. S. T. U., de letters door te
slaan onmiddellijk vóór en na de Heen kruis te stellen onder
de vierde letter van links enz.
Door deze proef werd al spoedig inzicht gekregen of de can-
didaat in staat was een eenvoudige gegeven opdracht juist en
snel uit te voeren.
Bij Test 2 waren achter een 10-tal vragen als:
Hoeveel is 80 man en 17 man samen?
Wanneer 10 mannen een loopgraaf graven in 4 dagen, hoeveel
mannen zijn dan noodig om dit in een halve dag te doen
enz., de antwoorden in cijfers te stellen.
Bij Test 3 waren een 15-tal vragen te beantwoorden ter beoor
deeling van het logisch denken door het stellen van een punt
in een cirkeltje achter het juiste zinnetje, b.v.
a. In eenzelfde richting gaand verkeer volgt de rechterzijde van
de straat omdat
Het meerendeel van het publiek rechts is, O
de verkeersagent dit eischt, O
het verwarring, opstopping en botsing voorkomt. O
bHooge bergen zijn met sneeuw bedekt omdat:
zij dicht bij de zon zijn O
de temperatuur daar koud is O
de zon er weinig op schijnt O
18