1. DE TECHNIEK VAN HET SCHIETEN MET ZWARE
MITRS, IN VERBAND MET HET S. V. MITR. EN
R. E. MITR. I EN II door J. M. C. SCHAAP.
Alvorens over te gaan tot een meer gedetailleerde bespreking
van het S. V. Mitr. met de daarbij behoorende punten uit het
R. E. Mitr. 1 en 11, eerst een kort overzicht over de eigenschap
pen van den mitr., daar een schietvoorschrift m. i. opgebouwd
moet zijn uit de eigenschappen van het wapen.
Vóór den grooten oorlog kende men wel reeds zoowel zware,
als geweer-mitrs, maar men maakte toen nog geen onderscheid
in het gebruik van beide soorten en sprak dan ook alleen over
mitrs of machine-geweren, dacht ze op dezelfde wijze te kunnen
gebruiken en vergeleek ze zelfs met elkaar. Spoedig bleek echter,
dat, waar beide soorten op dezelfde wijze gebruikt werden, ze
niet aan de verwachtingen beantwoorden.
De zware typen konden de sprongen der Inf.-linie niet volgen,
kwamen meestal te laat, de bediening geraakte buiten adem, ter
wijl de mun.-aanvulling in het gedrang geraakte. De geweer-
mitrs daarentegen konden op groote middelbare en groote af
standen geen voldoende juistheidsvuur afgeven.
Het bleek duidelijk, dat de zware mitrs door hun betere loop-
afkoeling in staat waren langere vuurserie's af te geven en door
hun opstelling op vaststaande affuiten meer geschikt waren dan
de geweer-mitrs voor het afgeven van juistheidsvuur op boven
bedoelde afstanden en het vuren over eigen troepen, waardoor
het mogelijk was ze te gebruiken, zonder dat ze gedwongen
waren met de Inf.-linie mee te gaan en ze op te stellen op
plaatsen waar ze niet zoo zichtbaar waren.
De geweer-mitr. echter, was door zijn gering verschil met
't geweer en zijn licht gewicht bij uitstek geschikt om met de Inf.-
linie mee te gaan; door zijn minder goede loopafkoeling (meest
al lucht-afkoeling) en zijn lichtere onderdeelen was het type
slechts geschikt, om korte vuurstooten af te geven.
Uit deze ondervindingen ontstond toen de afscheiding in het
gebruik van zware en geweer-mitrs, waarbij de eerste soort een
hulpwapen werd, dat den inf.-opmarsch en-aanval krachtig kon
ondersteunen door het vuren over, of op zij van de eigen linie
en in sommige gevallen door de intervallen der inf.- linie, terwijl
de tweede soort bestemd werd om de vuurkracht der inf. te
verhoogen en dus een inf.-wapen werd, in staat op elk oogenblik
en in elk terrein de beweging der inf.-linie te volgen.
Voor een doelmatig gebruik van zware mitrs is in de eerste
plaats noodig: Kennis van hun ballistische eigenschappen, dus
een schootstafel, spreidingen, bestr. ruimten, verheffingen en
trefkans.
Ter publ. ontv. 8 3 '22. Red. 1. M. T.
1