Aangezien in geen der volgende aflevn. Majoor de W. verder over dit vraagstuk wordt ingelicht en een buitenstaander, die zich daarvoor blijkbaar interesseert dit niet verdient, acht ik het dienstig om een stem uit het wapen te laten hooren, welke zich daarover uitspreekt. Welnu! over het algemeen wordt een dergelijke transport-trein zeer bedenkelijk gevonden om verschillende redenen, hetgeen uit het volgende moge blijken. Indertijd heeft de Comm. welke deze materie onder de oogen had te zien, langs applicatorischen weg aangetoond, dat de thans uit camions bestaande B. T. niet gehandhaafd kon worden, wijl deze door verschillende factoren niet tijdig ter plaatse kon zijn, indien door den Comdt der Legercav. daarom werd gevraagd. Tegen de daarbij gevolgde redeneering kunnen geen bezwaren bestaan, doch het zou evenzeer mogelijk zijn met dezelfde veronderstelling te bewijzen, dat ook een B. T. van pakpaarden, welke geheel of ged. zrl moeten opkomen naar een bepaald punt, dit te laat zal bereiken. Dit wordt blijkbaar ingezien, althans in de toelichting in het Naschrift wordt betoogd, dat juist daarom alleen een paarden-trans- porttrein wordt voorgesteld, wijl die zoo dicht mogelijk achter het gros zal kunnen volgen. Hierin schuilt nu juist n. m. m. een groot bezwaar, immers zal eene dekking hiervoor moeten worden aangewezen, die weliswaar bij marschen langs goede wegen en buiten bereik van de vijandelijke Cav. tamelijk eenvoudig zal kunnen zijn, doch moet de Cav. zich in het zijterrein begeven of is de vijandelijke Cav. ook op de flanken en in den rug te verwachten, dan zal de beveiliging uitgebreider moeten worden en van de toch reeds zeer zwakke Cavalerie kan voor dit doel niets gemist worden! Nu wil men de mogelijkheid openen om een gedeelte mede te nemen naar gelang der behoefte, teneinde die dekking te vermin deren en wordt dit bezwaar, hoewel het zal blijven bestaan, gedeeltelijk opgeheven, doch de voornaamste factor, welke zich tegen een dergelijken trein verzet, blijft gehandhaafd, nml. dat de bewegingsvrijheid der Cavalerie sterk aan banden wordt gelegd. Deze factor is van zoo overwegenden aard, dat aan het doen volgen van dezen B. T. n. m. m. verder niet gedacht mag worden en als ondeugdelijk moet worden verworpen. In de door mij in het Orgaan der N. I. O. V., beschreven episode uit de operaties der Fr. Cav. in Servië in 1918 citeerde ik reeds de uitspraak van den Generaal Gambetta op dit punt, een uitspraak aan de oorlogservaring getoetst, welke luidde: „le ravitaillement ne doit pas être un obstacle a sa marche." Hoe de splitsing van den B. T. gedacht wordt, is dz. niet bekend, doch uit hetgeen Kapitein T. aan het slot zegt zou moeten 23

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 23