schepingsplaatsen na, dan blijkt, dat die garnizoenen liggen in of nabij de inschepingsplaatsen en in het laatste geval met deze door spoorwegen zijn verbonden. De inschepingsplaatsen volde den aan alle daaraan te stellen eischen, aangezien zij zeer goede haveninrichtingen bezaten en hoewel op korten afstand van de vijandelijke kust gelegen, toch door hare ligging (Westkust van It.) reeds zeer veilig waren; ook de aanwezigheid van in de nabijheid liggende steunpunten van de vloot verzekerde de veiligheid geheel. Trouwens, dank zij de groote maritieme over macht en het offensieve optreden door den Hertog der Abruzzen tegen de weinige zich in de Adriatische Zee bevindende T. bodems, was hoegenaamd geen gevaar van de T. vloot te duchten. De transportschepen bestemd voor het vervoer der troepen, afkomstig uit de Noordelijke, streken van It., zooals Pisa-Milaan en Florence, moesten zich te Napels-Salerno-Palermo of Agosta bij de overige verzamelen, alvorens hunne reis naar de vijan delijke kust voort te zetten. Klaarblijkelijk zag men het nut in van een inscheping in meer dere plaatsen, met aanwijzing van concentratieplaatsen, gelegen langs de te volgen route. Aangezien feitelijk geen gevaar was te duchten van T. schepen was dit de beste wijze van handelenhet vertrek der snelst varende schepen kan, rekening houdende met den af te leggen afstand en het tijdstip van verzameling, geheel worden geregeld. Deze handelwijze kan ertoe leiden, dat de troepen niet noode- loos lang aan boord verblijf moeten houden. Inrichting der transportschepen. Na afloop van de gecombineerde manoeuvres in 1904, constateerde de leider, dat in het algemeen genomen de inrichting der schepen zich niet eigende voor het transport van troepenmeerdere voor zieningen moesten daartoe worden getroffen. In 1909 werd een wet uitgevaardigd, waarbij eischen aan de particuliere schepen werden gesteld t. a. v. inrichting, aantal en capaciteit der debarkementsmiddelen, electrische verlichting, de snelheid (welke gedurende 6 uren minstens 14 mijl moest be dragen) enz. Dank zij den korten duur der reis (36-48 uur) en de geringe behoeften van den It. soldaat, kon men met weinig ruimte ge noegen nemen en waren de voorzieningen ten behoeve van de manschappen vrij gering. Voor de paarden en andere draagdieren werd meer arbeid besteed en toch kwamen, niettegenstaande de korte reis, de aan het vervoer van dieren klevende moeilijkheden hier duidelijk aan het licht. Voor wat betreft de tonneninhoud der schepen, moet de opgave van Graevenitz aldus worden opgevat, dat enkele schepen van 1300 t. en enkele van 9200 t. werden gebezigd. De It. handelsvloot 32

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 32