Waar de andere troepenafdeelingen eveneens in groote haven plaatsen werden ingescheept n. 1. die bestemd voor Tobruk in Genua, het 2de echelon der 1ste Div. te Palermo, de Ilde Div. te Agosta, kunnen we gerust aannemen dat ook in deze plaatsen de inscheping met dezelfde snelheid werd uitgevoerd. Overtocht. In het algemeen werden de transporten goed beveiligd; al wordt alleen t. a. v. de overtocht naar Tripolis vermeld, dat door de Marine een veiligheidsketen was ingenomen tusschen Griekenland en Kreta en van dit eiland naar Tobruk, kunnen we echter aannemen, dat deze keten ook bestond toen de andere transporten plaats hadden, temeer waar zij vrijwel in dezelfde periode geschiedden. Niettegenstaande deze veiligheidske ten en de omstandigheid, dat de T. vloot vrijwel geheel was uitgeschakeld, wilden de It. den vijand alle gelenheid ontnemen zijn slag te slaan, door de transporten te doen beveiligen door de Marine. Slechts bij kleine transporten, uit enkele snelvarende schepen bestaande, had dit niet plaats; klaarblijkelijk werd hier gerekend op den invloed van de streng doorgevoerde geheim houding en op de snelheid der schepen, terwijl toch bovendien als regel een oorlogsschip hen vergezelde. De transportvloot stoomde als regel in kiellinie, vooraf gegaan en gevolgd door oorlogsschepen en op de flanken beveiligd door torpedojagers. Bij groote transporten, als die voor Tripolis, werden 2 groepen ge vormd, elk varende in kiellinie en op dezelfde wijze als boven aange geven, beveiligd. Het is niet bekend of deze colonnes naast, of achter elkaar, stoomden; vermoedelijk is het eerste wel het geval geweest. Tijdens de gecombineerde vloot-en legermanoeuvres in 1908 werd de formatie gebezigd als in schets XI aangegeven, doch hoewel ook toen de aanvaller de overmacht ter zee had, moest men toch de noodige veiligheidsmaatregelen in acht nemen, omdat de vijandelijke vloot grootendeels nog intact was. Waar in dezen oorlog echter van de T. vloot vrijwel niets was te vreezen, werd met het oog op beweging en bevelvoering de colonnelinie toegepast. De snelheid waarmede werd gevaren bedroeg 8 mijl; de enkele op zich zelf varende schepen ontwikkelden uiteraard een grootere snelheid, (zie ook „Landingen en troepenvervoer over zee.") De ontschepingsmaatregelen bij de bezetting der verschillende plaatsen zullen we elk afzonderlijk behandelen, voorzoover n. 1. de gebeurtenissen daartoe aanleiding geven. Bezetting van Tripolis. Het vooruitzenden van 6 Batons Inf. tot versterking, c. q. aflossing van de Marinelandings- divisie, te Tripolis, getuigt van wijs beleid; hoewel op de steun van het marinegeschut kon worden gerekend, was de sterkte verhouding voor de It. wel zèèr ongunstig (1700:3000). De groote en tevens onzekere factor „weersgesteldheid" oefende ook hier haren grooten invloed uit. Konden van de voorhoede, be- 34

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 34