Het doel van de landing was de bezetting van Bu Chamesh; daartoe moest men, wegens de geringe diepte van den inham, eerst op het schiereiland landen en dan naar het fort oversteken. De landing op het schiereiland zou met steun van de Marine vrijwel ten allen tijde kunnen plaats hebben; mislukte echter de schijnlanding wat toch mogelijk zou zijn geweest dan zou het deboucheeren uit de landengte, of een oversteken naar Bu Chamesh, onder het vuur van een tegenstander, zeer bezwaarlijk zijn geweest. Was eenmaal het fort bezet, dan vormde de Sebca Obrega eenigermate een hindernis voor een aanvaller en kon men gemakkelijker in Oostelijke richting deboucheeren in samenwer king met troepen, welke vanuit het schiereiland optraden; tevens was een der karavaanwegen met zijn zijweg afgesneden. Uit een tactisch oogpunt was dit landingspunt niet te verkie zen; minder nadeelig zou het zijn geweest, indien men van huis uit het voornemen had om spoedig naar Zuara op te rukken en tijdig d. w. z. vóór aankomst van den vijand Sidi Said had kun nen bezetten. Een groote voorraad werd ontscheept en de operatiebasis in gericht, terwijl de opmarsch eerst na 14 dagen plaats had (zie verder „De bezetting van Zuara"). De bezetting van Rhodos. Evenals dit in den Russ.-Jap. oorlog het geval was, werd ook thans door den strategischen aanvaller een hulpbasis voor de vloot ingericht in de nabijheid van het operatietooneel, aangezien de afstand tot het eigen land te groot werd geacht om een actief optreden mogelijk te maken. Door de bezetting van Stampalia met zijn goede ankerplaatsen, verkreeg de vloot een steunpunt, van waaruit zij de geheele Dodecanesos kon beheerschen. In een ev. oorlog tegen één der ons omringende rijken zullen we eveneens een dergelijk verschijnsel kunnen constateerenen zullen éen der volgende plaatsen: Sabang, Padang, wellicht de baai van Menado, Makassar en Ambon wel voor een steunpunt der vijandelijke vloot in aanmerking komen. Het bezetten van die plaats behoeft niet vóór de andere krijgsverrichtingen plaats te hebben; het is zeer goed mogelijk, dat zulks tegelijkertijd met den overtocht van de transportvloot zal geschieden, hetgeen, gelet op de geringe gevechtskracht van onze vloot, weinig risico met zich zal brengen. Ook hier zien we een deugdelijke voorbereiding van de expeditie en wordt een sterke troepenmacht, uit alle wapens bestaande en voorzien van alle hulpdiensten, daartoe aangewezen, zoodat de kans op succes niet in de waagschaal werd gesteld. De maatregelen om de onderneming geheel geheim te houden hebben goed gewerkt; de snelheid der transportvloot (10 mijl per uur) is zeer groot te noemen; waar meerdere oorlogsschepen 41

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 41