a 6-9
gleuf (opening)
a (voor afstanden v.6— 90.0M.)
hoogte 5,1 m.M.
b (voor afstanden v. 91400M.)
hoogte 9,6 m.M.
c (voor afstanden boven 1400
M.) hoogte 16,7 m.M.
gat voor het touwtje van 0.50 M
waarmee de richtplaat op ge-
wenschte afstand van het oog
kan worden gehouden.
Het gebruik van de richtplaat.
Ie. Bij het vuur over eigen troepen 2e. Bij het vuren met een
hulprichtpunt.
Ad. Ie. Bij verschil in opstelling (hoogte) van eigen partij en
vijand. Bij gebruik wordt de richtplaat op 0,50 M. afstand
van het rechter oog gebracht.
Behooren de mitrs tot den aanvaller, dan wordt de boven
kant van de nok gelijk gebracht met het doel en geeft de
onderkant aan tot welk punt in het terrein de eigen inf.
nog kan oprukken, alvorens het vuur te staken, dan wel
dit naar voren te verleggen."
Behooren de mitrs tot den verdediger, dan wordt de on
derkant van de nok gelijk gebracht met de vuurlijn van de
eigen troep en geeft de bovenkant aan, tot welk punt in
het terrein de aanvaller nog onder vuur kan worden genomen.
5