70 heden aan onze toegepaste tactiek stellen, moeten opdoen? Arme res. offn dan, maar ook arme troep, die onder een dergelijken aanvoerder, die nooit in de gelegenheid was, om behoorlijk „bij" te blijven, eventuëel te velde zal moeten Kan nu in die richting niets worden gedaan Natuurlijk kan dat èn door het Bestuur der Hoofdafd. èn door het D. v. O., dat een heele Afdeeling zeer ruim voorzien van Hoofd- en subal terne officieren daartoe beschikbaar heeft. We legen verder: „Alle nalatigheid in de opleiding der aanvoerders is een misdaad tegenover den troep Schr. vermeent ook, dat het Bestuur ook den militairen Chefs behulp zaam kan zijn in het vervolmaken van het Instituut der Reserve en zegt daaromtrent: „Maar wij (of liever gij, ons Bestuur) kunt hen den weg wijzen, die onze opleiding ook buiten den verplichten jaarlijkschen oefentijd zal moeten gaan, wil men inderdaad wat aan ons hebben, wil men inder daad gebruik maken, van de energie en kennis en goeden wil, die in een groot aantal onzer ligt opgehoopt. Het instituut der reservisten is in Holland door de mobilisatie plotseling uitgebreid tot een grootte, als men nooit zoo spoedig had verwacht. Welnu, wij hebben dat zelf medege maakt, we weten heel goed welke tekortkomingen onze opleiding aankleef den laten we deze kennis en ervaring geven aan hen, die hier zullen moeten zorgen, dat wij zoo spoedig mogelijk niet bruikbare, maar g o e - d e aanvoerders te velde zijn Behalve de gewone rubrieken, is de rest der aflevering hoofdzakelijk aan Vereenigingsnieuws gewijd. D. B. 15. OVERZICHT VAN NEDERLANDSCHE TIJDSCHRIFTEN. Ind. Gids Febr. „Dep. van Algem. Bestuur" behandelt de werkwijze op de departementen; van het D. v. O. wordt o. a. gezegd: „Wel is waar houdt het D. v. O. het record voor oneconomisch gebruik van werkkrachten, die voor andere prestatie dan bureauwerk zijn opgeleid, doch over de geheele linie, vinden we ambtenaren op de kantoorkruk, die gehoord de voortdurende verzuchtingen over pers- gebrek, beter elders te gebruiken zijn". Uit het oog is echter verloren, dat het plaatsen van pers. op de bureaux voor een deel samenhangt met een hoog noodige bevordering van de promotie. Eenige middelen ter verbetering van de werkwijze worden aangegeven. „Overzicht der voorstellen betreffende de opleiding tot Off. bij het N. I. leger" bespreekt de reeds bekende voor- en nadeelen aan de voorstellen der Bredasche comm. verbonden. Eigenaardig is het echter, dat Schr. een externaat aanbeveelt voor het aankweeken van tucht en discipline; voor hen echter, die blijken geven de weelde niet te kunnen verdragen zou het internaat worden ingevoerd. Buiten beschouwing latende, dat dit nu practisch niet zoo gemakkelijk zou gaan, wordt vergeten, dat het kwaad dan reeds heeft plaats gehad en kan door „interneering" slechts worden verkregen, dat dit geen verdere uitbreiding krijgt. Logischer is dan toch het internaat voor de eerste jaren te handhaven en z. n. aan hen die blijken geven goed gedisciplineerd te zijn toe te staan buiten de K. MA. te wonen. Het is wel jammer, dat Schr. de vele beschouwingen, welke in I. M. T. Aug.'21 zijn aangegeven niet bespreekt. Mil. Spectator Febr. De bestudeering van „Het gev. bij Rijsbergen" is voor hen, die de bijbehoorende stafkaarten2) in bezit hebben wel de moeite waard; het behandelt tenminste den bew. oorlog. Vetdruk van ons. D. B. 2) In de bibliotheek van het D. v. O. ontbreken de stafkaarten van Ne derland. Red.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 72