Met den magazijnvuller kan op eenvoudige wijze de gewone
geweermun. in de magazijnen der G. M. worden overgebracht.
De kenmerkende eigenschappen komen vrijwel overeen met
die van onzen G. M. De vuurkracht wordt vergeleken met die
van 5 tot 15 schutters.
De bewegelijkheid is dezelfde als van den gewonen schutter.
In uitzonderingsgevallen kan vuur worden afgegeven onder het
voorwaarts gaan. Z. g. „marching fire" heeft alleen nut tegen
een zich scherp afteekenende vijandelijke linie beneden de 200
yards afstand. Dergelijke doelen kunnen in den stellingoorlog
voorkomen, in den bewegingsoorlog wordt „marching fire" niet
toegepast.
Behalve bij ongewoon gunstige doelen en in kritieke momen
ten van het gevecht (wanneer een groote vuurkracht vereischt
wordt), wordt uitsluitend gebruik gemaakt van enkelvuur.
11. DE DRAAGWIJZE VAN ONZEN GEW.MITR.
door M. H. DU CROO.
In het F e b r.nummer bepleit de heer Treffers indien ik
althans de bedoeling van zijn beschouwing juist heb begrepen
een draagwijze van het Madsengeweer door den man, en dit
aan de hand van een illustratie van Eigen Bodemde draagwijze
bij het Korps. Mariniers. Ik lees in dit stukje, dat de heer T.
in deze eigen-bodemlijke illustratie een onderlijning meent te
vinden voor hetgeen hij voorstaat n. 1. draagwijze van den G.
M. door den man, d. i. dus den Inlandschen fuselier.
„No. 1 draagt den G. M. op den rug (op dezelfde wijze als
een ransel);
No. 2 geweer, tasschen tot gereedsch. en verwisselst.
en 1 patroontasch tot mitr. (192 patr.);
No. 3 gewone uitrusting en 1 patr. tasch tot mitr.
(192 part.).
Deze drie menschen worden bij marschen om het uur afgelost
door 3 man uit het gelid. Ransels en noodrantsoenen
worden echter door de mariniers niet gedragen."
Het aantrekkelijke van een dergelijke oplossing voor onze
Indische en Inlandsche Inf. werd mij niet duidelijk.
In de e e r s t e plaats is onze Inlandsche fuselier physiek géén mari
nier. De last, welke een stevige Hollandsche marinier zonder
veel bezwaar op z'n rug vervoert, kan een inlander op d i e
wijze niet dragen.
In de tweede plaats draagt onze infanterist een ransel. Die
ransel behoort zoo lang mogelijk bij den man te blijven en stelt
men de G. M. dragers vrij van het ranseldragen, dan moeten deze
Ter publ. ontv. 12-5-22. Red- I. M. T.
61