Bijv.: De bestreken ruimte is op 1200 M. voor een staanden man (volgens het S. V. Mitr. 1,60 M.) gelijk 27 M. Is de dieptelijn, waarover gestrooid moet worden 100 M. dan moe ten er dus op die dieptelijn gebracht worden 1 (voor de fout) 5 kogels. De dieptelijn moet dus in minder dan één seconde doorloopen worden. Bij het bovenstaande wordt een breed ondiep doel bedoeld. Heeft men bij uitzondering kans om een diep en betrekkelijk weinig breed doel op het gevechtsveld onder vuur te nemen, (hetgeen ik betwijfel) dan geeft „Breeddiepstrooien", zooals het reglement dit aangeeft, de meeste kans op treffers. Ad. S t r o o i v u u r. Uit den naam zou afgeleid kunnen wor den, dat met deze vuursoort, zoowel in de breedte, als in de diepte, gevuurd zou kunnen worden; het is dan ook vuur uit gevoerd met losse breedte- en hoogte-klem. Volgens S. V. Mitr. mag echter „Strooivuur" slechts toegepast worden op „Breede ondiepe doelen," niet op één rechte lijn op gesteld, op bekende afstanden. En volgens R. E. Mitr. 1: „Indien de doellijn golvend is of een zoodanige richting heeft, dat de bundel slechts voldoende nauwkeurig in het doel kan worden gebracht, door tijdens het vuur den bundel in de hoogte en in de breedte te verplaatsen." Duidelijkshalve zal ik thans een voorbeeld geven van het vuur eener sectie mitrs op de groote afstanden, wanneer het hoogte- stelrad verdeeld is in verdeelingen, zoodat de schutter de diepte spreiding over een bepaalden afstand kan vergrooten en haar kan vastleggen. Omstandigheden: Vuur over eigen troepen op zeer vlak terrein. Nagenoeg geen wind. Geen temperatuursinvloeden. Helder zicht. Eigen linie vooruitgaand. Opgemeten afstand naar het doel: gemiddeld 1350 M., (1350, 1340, 1360). Opgemeten afstand eigen linie: gemiddeld 575 M. (565, 575, 580). VuurbevelDoel: linie liggende schutters, die zich uitstrekt 60 °/00 rechts en 20°/00 links van alleenstaande boom; Vizier: linker stuk: 1350 M., rechter stuk: 1325. M.Mikpunt: mid den onderkant doel. Breedtespreiding: Doelbreedte 80°/00; afstand 1350 M. Breedte Doel 80X 1,35 M. 108 M. Elk stuk spreidt over het geheele doel. Dieptespreiding: afstand 1350 M.; Meetfout 3 °/0 in het mindere en in het meerdere, van 1350 M. 2 X 40,5 M. 81 M. Het doel moet dus liggen tusschen 1310 en 1391 M. De natuurlijke dieptespreiding (82 °/0) op 1350 M. 30 M. L. Stuk: neemt dus op 1350 M. onder vuur de strook van 1335— 1365 M. 19

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 19