boord zijn opwachting maakte. Met de bedoeling, dat de Sheik hiervan den bevelhebber te Amarah dadelijk heimelijk zou berich ten, requireerde de generaal levensmiddelen enz. voor 15000 man, die hem ,,op den voet volgden T. vernam hier dat Turksche troepen zich te Amarah ophielden. Tot de duisternis inviel werd verder gestoomd langs vele Ara bische dorpen, waarvan de woningen de witte vlag vertoonden, terwijl de in het veld werkende vrouwen en kinderen vriendelijk met de hand wuifden. Den volgenden dag werd de vervolging onder dezelfde omstan digheden tot Abu Sidrah, 12 mijlen Zuidelijk van Amarah, voort gezet. Townshends aanvankelijk plan was, hier de voorste Brigade in te wachten, daar hij het waarschijnlijk achtte, dat de Turken Amarah zouden verdedigen, doch na een uur oponthoud besloot hij door brutaal optreden zonder strijd te krijgen, wat hem met wachten op de troepen ongetwijfeld eerst na een gevecht zou gelukken. Alzoo werd opgestoomd. Voorop, als een soort voorhoede, de Shaitan en twee mijl daarachter de Cornet, de Samana en de Lewis Pelly (gewapende sleepbooten met elk een 4.7 kanon op sleep). Aldus kwam men Amarah binnen; de Shaitan nam dadelijk de vervolging op van een vluchtend stoomschip en de rest van de „vloot" legde aan bij het douane-kantoor, waar de Turksche bevel hebber van den strijd bij Kurna, Halim Bey, de Gouverneur van Amarah, Aziz Bey, drie of vier Kolonels en 30 a 40 officieren aan boord kwamen en zich overgaven. Ook bood een geheel Bataljon Turksche brandweer aan zich in de barakken over te geven. Townshend kon niet veel van z'n 25 combattanten missen en zond daarom een zee-officier en twee minderen naar de barakken en dit drietal marcheerde weldra met het bataljon langs de kade. Zonder dralen werden deze troepen in een grooten lichter geladen en deze midstrooms geankerd, zoodanig dat hij bestreken werd door het Engelsche scheepsgeschut. Om den schijn te redden maakte T. een scène tegenover den Gouverneur, die beweerde geen leeftocht beschikbaar te hebben. Weer sprak hij over de 15000 man, die elk oogenblik met een groote vloot konden verschijnen! Intusschen werd kanonvuur van de Shaitan gehoord en ver meend, dat deze boot troepen beschoot, die van Amarah waren gevlucht, doch bij hare terugkomst, tegen het vallen van den avond, vernam T., dat geschoten was op de voorhoede van een colonne, komende uit Oostelijke richting. De colonne was in de Later bleek, dat deze Hst dien bevelhebber van verzet had doen afzien. 37

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 37