kunnen worden en wel de beschrijving van het doel der stoppen. Zooals mij in de practijk bleek, doet zich bij ieder man kader, dat dit hoofdstuk aandachtig gelezen heeft, de vraag voor: „Waarvoor heeft het toestel 4 stoppen, terwijl er blijkbaar, noch bij gebruik als begin- of eindstation, noch als centraalstation, meer dan één stop noodig is? Met enkele woorden ware dit te verduidelijken. Hoofdstuk V „Onderzoek van het mat. voor het gebruik" geeft duidelijk en beknopt aan, hoe dit onderzoek gebeurt, doch vooral de 2 eerste alinea's hebben voor het lagere kader veel van goocheltoeren. Zij lezen wel, hóe zij onderzoeken moeten, doch niet wat zij daarmede nu onderzoeken. Ook hier zouden m. i. enkele verklarende woorden veel tot beter begrip bijdragen Het reeds genoemde hoofdstuk VI zegt in de beschrijving van den aanleg der lijn: „de lijn kan men leggen op den grond of boven den grond over steunpunten. Een derde wijze wordt slechts aangestipt in een wijziging, waar staat: „moet de kabel worden ingegraven", enz. doch wordt verder niet onder de oogen gezien. Inderdaad is diep ingraven niet gewenscht, omdat storingen alsdan zeer moeilijk zijn op te sporen, doch er is een tusschenweg, die in den Wereldoorlog bij voorkeur werd toegepast, n. 1. het leggen van de kabete in open greppels of sleuven van geringe diepte. Indien deze gegraven moeten worden, wat natuurlijk slechts in de verdediging mogelijk zal zijn, dan is een diepte van 80 c. M. (dus ruim de afmeting van een pikhouweel) en een breedte van 40 c. M. (dus de afmeting van een handbijl), het meest gewenscht, terwijl een slingerend beloop de waarneming uit vliegmachines bemoeilijkt. Vooral indien art.-vuur verwacht wordt, is deze methode aan te bevelen, omdat de kabels daardoor beschermd zijn tegen den luchtdruk der inslaande projectielen en tegen de rondvliegende scherven. Wil men, zooals de handleiding terecht doet, de aanraking met vochtigen grond vermijden, dan voege men aan de uitrusting der tel. patr. een voldoende aantal isolatoren toe, om daarmede de kabels tegen een der sleufwanden (of c. q. op reikhoogte tegen boomen) te bevestigen1). Vooral voor den regentijd lijkt mij dit zeer gewenscht. Zoolang deze isolatoren niet aanwezig zijn, zal men zich moeten behelpen met korte ingekeepte paaltjes van zoo droog mogelijk hout. Het leggen van den kabel tusschen halve bamboes, is practisch, doch kan slechts voor korte afstanden toegepast worden. (Zie „H.P. T. I." blz. 12, wijziging). In hoofdstuk Vil „Practisch telefoneeren" is in de regels, die het seinen met den brommer behandelen, bepaald, dat de woorden hierbij afgescheiden worden door zes tellen rust. Deze bepaling is hoogst önpractisch en wijkt af van het beginsel in het „R. O. S." omtrent de scheiding van woorden bij seinen met vlaggen en lampen aangegeven. Dit reglement bepaalt hieromtrent In Ned. behooren tot de uitrusting van iedere tel.patr. 50 isoleerrolletjes 42

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 42