Vorengenoemde bezwaren zijn te ondervangen door: le. het weder instellen van de vroeger bestaande h u 1 p v e r- b and plaatsen (Hp. V.). 2e. de V. Sn. organiek aan de Brigades (Detachementen) te onttrekken en ter beschikking te stellen van den hoogeren com mandant c. q. van den C. VI. Ad le. Volgens de vroeger geldende voorschriften (zie Voor schrift M. G. D. B. V. 1906) werden de Hp. Vn. opgericht op last van den Brigade Commandant, één voor 1 a 2 bataljons, voor eene geheele Brigade niet meer dan twee. Hiervoor werd beschikt over het personeel en materiëel van de G. Sn., voor zooveel noodig versterkt uit de V. Sn. Uit een organisatorisch oogpunt bestaat ook tegen deze regeling het bezwaar, dat hiertoe de G. Sn. aan het gezag der betrokken korpscommandanten werden onttrokken. De voorschriften van 1917 en 1921 kennen alleen het begrip „verbandplaats". Nu algemeen weder de behoefte wordt gevoeld, de vroegere Hp. Vn. en Hd. Vn. weder in te voeren bij de in 1921 en 1922 gehouden geneeskundige oefeningen op de kaart is zulks ten duidelijkste gebleken doet zich de vraag voor op welke wijze de thans bestaande organisatie behoort te worden gewijzigd. De tegenwoordige Brigade telt buiten de V. S.: 1 chef arts; 4 G. Sn. elk met 2 On. v. G. (Inf.)1 G. S. met 1 O. v. G(Art.); totaal 5 G. Sn. met 10 On. v. G. (De V. grn. van de kleinere korpsen blijven hier buiten beschouwing). In verband met den gunstigen invloed op het moreel der strij dende troepen, komt het ongewenscht voor alle On. v. G. aan de troepen te onttrekken voor den dienst op de Hp. Vn. In beginsel ware dus aan te nemen, dat elk Bataljon en elke Afdeeling Art. over een O. v. G. en het noodige minder personeel blijft beschik ken; alsdan blijven 5 doktoren over voor den dienst op de Hp. Vn. Aangezien als uitgesloten mag worden aangenomen, dat alle 4 de Bataljons naast elkaar in het gevecht zullen komen, zulks hoogstens met 3 Bataljons der Brigade het geval zal zijn, zal ook thans nog met een tweetal Hp. Vn. per Brigade kunnen worden volstaan. Rekening houdende met de normale omstandigheden dit behoort de basis te zijn voor elke organisatie zouden dus de Bataljons en de Afd. Art. elk over een G. S. met één O. v. G. moeten beschikken, welke bestemd zijn om de troepen ten allen tijde te volgen en daarom ook onbeperkt onder de bevelen van de Korpscommandanten moeten staan. Per Brigade moet dan een „hulpverbandplaatsaf- d e e 1 i n g" (Hp. V. Afd.) beschikbaar zijn, waarbij 5 On. v. G., waarvan de oudste tevens Brigadearts is, voor den dienst op de Hp. Vn. In verband met het vorenstaande moet de Hp. V. Afd. in 47

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 47