troepen organiek ingedeelde mitrailleurs kunnen en zoo moge
lijk moeten vuren op deze vliegtuigen ofschoon te verwachten
is, dat zij op die oogenblikken voor het meerendeel reeds in
beslag zullen zijn genomen door hunne doelen op den grond.
Hieruit volgt, dat de inf.- en de mitr.-afdn door toe voeging
van geëigende middelen in staat moeten worden gesteld om zich
te kunnen verdedigen tegen deze vliegtuigen. Deze middelen
zijn te vinden in de speciaal georganiseerde af-
weermitr. afdeelingen, voldoende aan nader aan te
geven eischen.
Werd de inf. in het begin van den oorlog alleen veronrust
door sporadische bomaanvallen en hare bewegingsvrijheid be
lemmerd door vijandelijke luchtwaarneming, het laatste deel van
den oorlog kenmerkte zich door massa-vliegeraanvallen op die
inf. zelf en hare reserves. Zoo verschenen op 4 October 1918
223 bombardementsvliegtuigen boven de Duitsche afdeelingen, die
50 ton aan springstoffen uitwierpen en 17000 mitr. projectie
len verschoten, terwijl gedurende den slag 120 bombardements
vliegtuigen en 80 jachtvliegtuigen medestreden, die 33 ion aan
bommen en 15000 mitr. projectielen verschoten.
Hoe groot de uitwerking was, bleek wel uit het feit, dat con-
vooien op de wegen verlaten werden, versterkingen op marsch
naar het front werden vertraagd en in het algemeen geklaagd
werd over belemmering der gevechtsleiding en de immobiliseering
van troepen.
Men achtte de verliezen, door deze vliegtuigen aangericht,
belangrijker dan die door een eventuëele art. beschieting.
Het verrassend karakter en de snelheid waardoor vliegeraan
vallen zich kenmerken, oefenen een groote moreele werking uit
op de troepen, die geneigd zijn te gelooven dat zij niet aan de
vliegerwaarneming kunnen ontsnappen. Daarom is een doelma
tige moreele opleiding, die de overtuiging bijbrengt, dat de
schutter meer kans heeft den vlieger te raken dan omgekeerd
en die het vertrouwen in het richttoestel sterkt, van overwegend
belang.
De verhoogde beteekenis van vliegtuigen als strijdmiddel maakt
de organisatie der verdediging tegen massa-vliegeraanvallen tot
een gebiedende noodzakelijkheid wegens de belangrijke moreele
en materiëele gevolgen voor de troepen.
Deze organisatie moet rekening houden met de belangrijke
preventieve werking, die deze mitrs kunnen uitoefenen in
verband met het feit, dat vijandelijke vliegers het overvliegen
van die plaatsen, waar zij de aanwezigheid van deze wapenen
vermoeden, zullen vermijden.
Waar vliegtuigen bovendien tot zeer ver van hun basis kunnen
ingrijpen en jachtvliegtuigen, zoo zij al in voldoende hoeveelheid
steeds ter beschikking kunnen zijn, geen voldoende bescherming
aan alle inf.- en mitr.-afdn. bieden, is een organieke in-
54