64 terwijl verder wordt aangegeven welke verbindingen tijdens het offensief van een Regt. Inf. in grooter verband moeten worden aangelegd. „Het gev. te Rijsbergen" behandelt thans het oprukken tegen een vluchtig ingerichte stelling, terwijl voorts wordt aangegeven, welke begrip pen omtrent den modernen bew. oorlog bestaan. Verdediging in de diepte in meerdere lijnen, welke niet onafgebroken behoeven te zijn. Groepsver- sterkingen-steunpunten. Schootsveld niet te gering; de stelling moet echter in het terrein verborgen liggen. Bij den aanval heeft het Baton een breedte van 600 900 M., als regel met 2 compn in voorste lijn, 300 M er achter 1 cie, in 2de linie, 1 in reserve. Diepte van de voorste comp. 500 M. Frontbreedte 200 300 M. „Het Br. gev. voorschrift voor de inf. '21'' geeft de organen der inf. en de daarbij ingedeelde wapens. Dit voorschrift zegt t. a. v. het geweer vuur „tusschen 1400 en 600 yards is zorgvuldig gecontroleerd gez. vuur aan te bevelen, terwijl het niet gecontroleerde individueele vuur slechts beneden 500 yards loonende uitwerking heeft. Smalle colonnes, zooals sectiën met vieren, of groepen met eenen, vormen moeilijke doelen, doch moeten in een onregelmatig front optreden. In werkzaam inf. of mitr. vuur treedt de groep op in „arrow-head formation". Toepassing van rook in het gevecht zal veelvuldig voorkomen; bij de verd. moet dit zich bepalen tot maskeering van eigen bewegingen als tegenaanval, terugtocht, aanvoer van versterkingen enz. (n. h. v. ook van standplaatsen van reserves, art. en voertuigen). Bij helder weer kan van uit vliegtuigen worden onderscheiden op 500 voet: eigen troepen van vijandelijke 1000 voet troepenverzamelingen in loopgraven 1500 voet bewegingen van kleine afd. in open terrein-5000 voet bew. van een marsch- colonne "op een weg. Gegevens, welke door onzen vliegdienst behooren te worden gecontroleerd. T. a. v. den aanval wordt o a. gezegd, dat de alles overheerschende plicht van de comdtn in de voorste lijn is, hun troepen in voorwaartsche be weging te houden; dit is de beste methode om neventroepen te ondersteunen. T. a. v. de verd. treffen we o. a. aan; Bij de keuze der stelling moet in de eerste plaats rekening worden gehouden met het gebruik der art. en mitrs, daarna wordt beslist, welke „lijn'' gehouden moet worden en wordt de breedte van het te bezetten front bepaald. Afhankelijk van dete verwachten sterkte van de vijandelijke art. wordt vastge steld of het schootsveld uitgebreid moetzijn, danwel slechts enkele honderden meters moet bedragen. Bij het inrichten van een stelling wordt begonnen met het inrichten van de te verdedigen oorden (steunpunten), welke elkaar met vuur kunnen steunende tusschenruimten moeten door vuur kunnen worden bestreken. De bezetting steeds zoo zwak mogelijk aan personeel; „eiken mor- gen en avond moeten de geweren en de oliebussen worden ge "inspecteer d"; dit voor hen die meenen dat te velde niet aan inspecties over de wapening moet worden gedaan. Gedurende het gevecht is de voornaamste plicht van de comdtn „vast beraden standhouden en den vijand zooveel mogelijk verliezen toebrengen; door handig optreden 's vijands handelingen dwarsboomen; herhaaldelijk nauwkeurige gevechts berichten zenden; de verbinding met neventroepen niet verloren doen gaan. Dus geen „Ausweichtaktik". Breekt de vijand snel over een breed front door, dan is het vermoedelijk het beste den strijd in de door de onderst, troep ingenomen lijn op te nemen; is de vijand oorspronkelijk slechts over een smal front binnen gedrongen, dan belooft een tegenstoot, mits onmiddellijk en voor elke sectie tegen een bepaald doel ingezet, de beste uitkomsten. Mavors no. 3. Mrt* „Beschouwingen naar aanleiding van „Instruction provisoire sur le service en campagne de 1' art." geeft de alg. beginselen weer t. a. v. het gebruik der art. V uurconcentratie staat op den voorgrond. Na de taak van dit wapen in het algemeen te hebben nagegaan, S.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 64