1. OFFICIEREN VOOR DEN GENERALEN STAF i).
De Minister van Oorlog heeft inlichtingen verstrekt op een adres
van H. de Jongh, kapitein van het Regiment Jagers, thans tijdelijk
werkzaam aan het Departement van Oorlog, houdende verzoek,
maatregelen te nemen tot verbetering van het stelsel van opleiding
en aanwijzing van officieren van het Nederlandsche leger voor den
Generalen Staf.
De Minister zegt, dat het juist is, dat aan officieren, die de
Hoogere Krijgsschool hebben afgeloopen, die onder de bevelen van
den Chef van den Generalen Staf zijn gedetacheerd geweest, tot
nu toe geen mededeeling werd gedaan van de door hen verkregen
resultaten. Het komt hem voor, dat de daartegen ingebrachte
bezwaren in hoofdzaak gegrond zijn, zoodat hij bereid is, daaraan
zooveel mogelijk tegemoet te komen.
Echter dient niet uit het oog te worden verloren, dat een be
paalde opleiding tot Staf-officier aan genoemde onderwijsinrich
ting niet plaats vindt. Aangezien het verloop bij den Generalen
Staf niet steeds zoo groot is, dat allen, die getoond hebben, voor
den dienst de daarbij vereischte geschiktheid te hebben verkregen,
voor overplaatsing kunnen worden voorgedragen, worden uit de
geschiktsten de besten gekozen, ierwijl anderen, voor zoover moge
lijk, bizondere functies worden aangewezen.
Aan den Directeur der Hoogere Krijgsschool zal opdracht wor
den verstrekt in den vervolge aan de officieren-leerling, behoorende
tot het Nederlandsche leger, bij het verlaten van die inrichting
schriftelijk mededeeling te doen van de resultaten van hun studiën.
Aan den Chef van den Generalen Staf zal worden opgedragen,
voortaan aan de officieren, die als gevolg van het resultaat van
hun studiën aan genoemde Inrichting onder zijn bevelen zijn werk
zaam geweest, een verklaring af te geven, waarbij aan de betrok
kenen wordt medegedeeld, of zij al dan niet worden geplaatst op
cle lijst dergenen, die bij voorkomende gelegenheden in aanmer
king kunnen komen voor overplaatsing bij den Generalen Staf.
Wij kunnen niet anders dan instemmen met den door den
Min. v. O. getroffen maatregel en de hoop uitspreken, dat Indië wat
deze aangelegenheid betreft, spoedig zal volgen.
Red. I. M. T.
Overgenomen uit het Bat. Handelsblad van 28—6—'22. Red.
1