10 M. afstand; steeds worden ook bij kleine rusten de geweren
aan rotten gezet: hetzij blijvend met vieren (door de nó's 2 van
elke rij), hetzij na een links-frontwending. (In Fr. enz. volgt men
rechte rkant van den weg)Daarna wordt gerust rechts of
links van den weg, mits dezen vrijlatend.
Groote rusten. Bij drinkwater, op J/3 a 3/4 van den
geheelen marschweg. Te voren zoo mogelijk duur der rust bekend
maken; 5 min. voor afloop: een signaal of teeken.
7. Marschdiscipline.
a. verlenging van de colonne streng tegengaan; ieder loopt op
de aangewezen plaats;
b. elke roep van: „marsch", „half of „links aan" is ver
boden (Tout cri de „marche", „halte" ou „a droite" est interdit)
c. een man, die tijdens den marsch het gelid verlaat, geeft
het geweer aan zijn buurman; maar zulk uit het
gelid gaan wordt slechts „exceptionnellement autorisé" (door den
S. C.) en de betrokkene is verplicht op te sluiten „le plus prompte-
ment possible" (een goede maatregel, dat geweer aan buurman
geven
d. achterblijven van zieken heeft niet plaats dan met een „billet
du capitaine, qu'il présente au médecin a la gauche du régiment;"
e. de linkerzijde van den weg (bij ons de rechter) moet
vrij blijven, zonder dat de rechterrijen genoodzaakt zijn, op slechte
gedeelten te marcheeren (dus z. n. de colonnebreedte versmallen).
Ordonnansen enz. moeten kunnen passeeren, zonder om plaats
ruimte te roepen;
aan den staart van elk Regt (c. q. Baton) marcheert een z. g.
„détachement de police," bestaande uit 1 ond.-off. -f- eenige man
schappen per Cie, die de opdracht hebben: „faire rejoindre les
trainards" 1).
8. Nachtmarschen. Zorgen het verband niet te verliezen
en daartoe het aantal verbindingsrotten bij toenemen der afstanden
vermeerderen. Indien noodzakelijk: rooken en spreken verbieden.
9. Hitte. Tenue wijzigen; afstanden vergrooten; idem de
tusschenruimten tusschen de rijen; meerdere rusten toestaan;
goede zorg voor drinkwater;
10. Verschijning vijandelijk vliegtuig: inde
schaduw van boomen of muren enz. gaan; onbeweeglijk blijven;
IV. Terreinversterking.
De beteekenis van het gereedschap is tengevolge van de erva
ringen, opgedaan in den wereldoorlog, naast en niet meer
onder die van het geweer gekomen. De soldaat is tegelijk
werker en strijder. „II se sert de son fusil quelquefois, de son
ou til tous les jours:" „Lorsqu'il a conquis un avantage au prix
de son sang, s'il ne compte que sur son fusil pour le conserver, i 1
Zie ook de Mil. Speet.
25
0