Ook op voorposten volgen en terechtde T. C. 1,
en T. C. 2 hunne troependeelen. Bij de voorposten-reserve hebben
overigens de distributiën voor de voorposten plaats.
Omtrent den T. R. staat in het Fr. V. V. bij de voorposten niets
naders vermeld. Het wordt geheel aan den betrokken comdt over
gelaten, waar de T. R. moet blijven, wijl zulks van 's vijands
nabijheid enz. afhangt.
In „thème No. 6" van het boekwerk „Thèmes tactiques" van
Culmann, in welke oefening de regelingen en maatregelen bij de
voorposten worden besproken, vond ik aangaande den T. R. o. a.
vermeld: „Suivant la proximité de l'ennemi diverses solutions
seront adoptés. Lorsque l'ennemi sera suffisamment loin (20
kilomètres au moins) pour qu'en une marche de nuit
i 1 n e p u i s s e attaquer le détachement, les troupes, jusqu'aux
grand'- gardes inclusivement, recevront leur (partie des) trains
régimentaires."
Alleen wanneer een aanval te vreezen is, zal men den T. R.
niet verder zenden dan tot de Voorposten-reserve, alwaar hij dan
eenige uren blijft en vanwaar hij vervolgens weer naar achteren
wordt gezonden.
De bepalingen uit de verschillende Fransche voorschriften door
lezende, valt te concludeeren, dat, wat bij ons G. T. en B. T. van
het Baton geheeten zijn, in het algemeen in het Fr. leger
resp. T. C. 1 en T. C. 2 genoemd worden, deels per Regt of Baton
bijeengehouden, deels over de compn verdeeld. En hun T. R. is te
vergelijken met onzen A. T. der Brigade (afgescheiden van de
andere (initr. Inf.) wapens). Die bepalingen voorts met die uit
ons V. V. vergelijkende, wil het mij voorkomen, dat ons V. V. den
B. T. (T. C. 2) wel wat al te veel op het achterste plan zet. Een
troep heeft nu eenmaal te allen t ij d e zijn treinen noodig.
Ze zijn dikwijls lastige „sta-in-den-weg's" maar men kan ze niet
missen.
Onze treinen beslaan een tamelijke lengte in de marschcolonne,
doch ook die der Eur.-legers doen het niet minder. Integendeel!
Beschouwen we den T. C. 1 en T. C. 2 van een Fr. Regt dan
komt men tot een colonnediepte van (4 X 30 -f- 128) X 3 500
1250 M. Voor 3 N. I. Batons komt men voor G. T. en B. T.
tezamen tot een diepte van 3 X (431 21 31616+260)
1140 M. Wij zijn dus nog in het voordeel, dat natuurlijk na
deel zal worden, zoodra onze infie meer gemoderniseerd zal zijn
(uitbreiding aan gew.-mitrs, karren handgranaten enz.). Maar
dat komt, wijl onze treinkarren veel minder kunnen bevatten dan
de grootere wagens der Eur.-legers (onze lichtere treinkarren c. q.
pakpaarden kunnen echter overal veel beter volgen).
(Slot volgt).
29