bundel zijn wel verschillende wijzigingen aangebracht vóór en zelfs zonder dat zulks bekend werd gesteld. Om enkele voorbeelden te noemen het volgende: In A. O. 1833 No. 6 2 werd de kennis van het „algemeen reglement van adm." geëischt; ik geloof niet, dat er onder de actief dienenden velen zullen zijn, die weten wat er thans met dat niet meer bestaande reglement wordt bedoeld. Bij A. O. 1875 No. 85 werd het reglement van adm. enz. der M. W. O. bekend gemaakt, nadat bij A. O. 1833 No. 7 14, 1834 No. 5 3, 1841 No. 2 9 en 1855 No. 31 reeds verschillende bepa lingen ter zake waren gegeven. Zie ook A. O. 1900 No. 93. Al deze orders komen afzonderlijk in den bundel voor. Bij A. O. 1839 No. 4 3 werd de instelling van de medaille voor Moed en Trouw bekend gemaakt, bij A. O. 1886 No. 68 werden nadere bepalingen daarop gegeven, terwijl bij A. O. 1898 No. 35 een nieuw eereteeken als vorenbedoeld werd ingesteld. Ook deze orders komen alle afzonderlijk voor. Het onderscheidingsteeken voor langdurigen dienst van offn wordt behandeld in A. O. 1846 No. 2 en in die van 1867 No. 26; over geldkisten handelen de A. O. 1872 No. 119 en 1882 No. 35; de overgang van militairen in 's Lands burgerlijken dienst is behandeld in de A. O. 1872 No. 123 en 1876 No. 55; verzoekschriften vinden bespreking in A. O. 1878 No. 59 en in die van 1902 No. 5; archieven verheugen zich in de belangstelling in de A. O. 1879 No. 44, 1894 No. 36, 1901 No. 80 en 1905 No. 54; in A. O. 1918 No. 54 wordt een leidraad gegeven voor het toe passen van de gezondheidsleer in de kampementen, terwijl nog afzonderlijk in den bundel zijn opgenomen de maatregelen tegen verspreiding van besmettelijke vrouwenziekten in A. O. 1887 No. 55 en in de circulaire No. 107, tegen hondsdolheid in de A. O. 1891 No. 36 en 1906 No. 58, tegen malaria in A. O. 1908 No. 54, tegen cholera in A. O. 1910 No. 50 en circulaire No. 107, tegen oogontsteking in A. O. 1911 No. 22, tegen pest in A. O. 1915^ No. 34 en tegen mijnwormziekte in A. O. 1917 No. 83, naar welke algemeene orders in bedoelden leidraad wordt verwezen; in A. O. 1888 No. 32 staan de instructie en bepalingen voor comdtn van detn repatriëerende militairen enz., hoewel die comdtn vermoedelijk den bundel wel niet zullen medesleepen; een en ander ware dan ook beter in een afzonderlijk boekje uit te geven, dat door de subsistentenkaders kan worden verstrekt aan de betrokken det.-comdtn; valsche munt wordt behandeld in A. O. 1888 No. 36, geschon den idem in No. 54; het verlaten van den dienst van militairen staat in A. O. 1900 No. 31, aanvullingen daarop komen voor in de A. O. 1905 No. 128 en 1916 No. 55; 33

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 33