soberheid, stelselmatigheid en perspectivische omlijning van den op haar gebied, door de verschillende departementen verrichten arbeid, is men in 1906 overgegaan tot de bekende centralisatie daarvan onder leiding van den Topografischen dienst. Tot de goede kwaliteiten dezer militaire organisatie rekende men toen maals ongetwijfeld het reproductiebedrijf, dat, in zijn onmisbaar heid voor het, met den topografischen arbeid nagestreefde doel, een integreerend onderdeel daarvan uitmaakte en meerzijdige aanwending toeliet. Nu, 16 jaren later, terwijl wel niemand ontkennen zal, dat de centralisatie, ondanks haar gebreken, direkt en indirekt grooter voordeelen heeft afgeworpen, dan men zich in 1906 heeft voor gesteld, schijnt men ontevreden, omdat niet nog grooter profijt voor andere dan cartografische doeleinden daarvan kan worden genoten. En waar dit speciaal het reproductiebedrijf betreft, wil men dit uit het organisch verband losmaken en afscheiden. Onder de middelen ter verbetering, is er wellicht geen, méér geschikt groote schade te berokkenen aan de Indische cartografie, dan dit gedeeltelijk prijsgeven van de centralisatie-denkbeelden. In verhoudingen als voorgesteld, heeft scheiding van terreinarbeid en verveelvuldiging die beteekenis. Zij tast het beginsel aan en is daarom schadelijk. Wij achten haar niet noodzakelijk en daarom ongewenscht. Wij zullen de ontwikkeling van de Topografische inrichting in het kort moeten nagaan om in staat te zijn dit laatste te kunnen aantoonen en het hoe en waarom van den voorgestelden maatregel te doen begrijpen. Het Indisch reproductiebedrijf is bijna een halve eeuw oud. Ontstaan uit de noodzakelijkheid om de uitkomsten van de eerste topografische opneming van Java langs den minst kostbaren weg onder ieders bereik te brengen, werd bij den toenmaligen dienst der Militaire verkenningen, met behulp van militair personeel, een bescheiden Topografisch bureau in het leven geroepen. Hoewel van weinige, eenvoudige, hulpmiddelen voorzien, slaagde dit Bureau er in den topografischen terreinarbeid op den voet te vol gen; geacht kan worden, dat het aan alle toenmaals gestelde eischen heeft voldaan. Hoewel na 1886 in 2 kleuren werd gedrukt, kreeg de instelling eerst beteekenis, toen in 1899 t. b. v. een meer kleurendruk naast een eerste snelpers, een zoo bekwame kracht als de Heer J. W. Teillers werd uitgezonden. Behalve aan den toenmaligen organisator, dankt Indië aan den Heer Teillers het reproductiebedrijf van heden. De dienst der Militaire verkenningen was in 1874 gereorgani seerd als Topografische dienst zonder dat het Bureau wijziging van beteekenis had ondergaan. In 1906, bij de centralisatie, werd het herdoopt in Topografische inrichting. 36

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 36