Sinds dat jaar werden de reproductiewerkzaamheden ook door opheffing van de lithografische drukkerij bij het Departement der B. O. W. -belangrijk uitgebreid, en geleidelijk is aan de Inrichting alle verveelvuldigingsarbeid van den Indischen staatsdienst opge dragen. Van af 1913 herhaaldelijk uitgebreid en van moderne hulpmiddelen voorzien, in 1918 geëlectrificeerd, kon deze instelling onder het Departement van Oorlog uitgroeien tot een belangrijk bedrijf. Dit pleit zeker niet tegen dat departement. in 1919 werd wederom van de zijde der reproductie betoogd, dat uitbreiding niet langer mocht worden uitgesteld. Daar deze niet mogelijk bleek binnen het toenmaals geoccupeerde terrein, werd, mede in verband met plannen om den Topografischen dienst naar Bandoeng over te brengen, door de Regeering een Commissie voor de Topografische inrichting in het leven geroepen om Haar ter zake van voorlichting te dienen, en tevens omtrent de beste wijze, waarop voldaan zou kunnen worden aan de eischen, welke de verschillende takken van dienst in toenemende mate stellen 1). Deze Commissie heeft in 1921 de Regeering weten te overtuigen niet. alleen van de noodzakelijkheid om te besluiten tot eene aan zienlijke uitbreiding te Weltevreden van het bedrijf en tot eene afscheiding van het Departement van Oorlog, doch zelfs.... om dit te doen zonder het militaire departement ook maar de illusie te laten, dat ook zijne inzichten omtrent het door de Commissie uit gebrachte rapport ter zake dienende zouden kunnen zijn 2). Te voren was het Legerbestuur reeds in kennis gesteld met het besluit tot het dadelijk, t. b. v. de Inrichting, doen ontruimen van het door de leiding van den Topogratischen dienst ingenomen gebouw, terwijl aan die leiding een plaats aangewezen werd in een naburige militaire woning of een aan te koopen belendend perceel. Deze, door de Commissie uitgelokte besluiten mogen al zeer geschikt geweest zijn om de ten uitvoerlegging der door haar ge- wenschte maatregelen te bespoedigen, zij kunnen o. i. zoo min bijdragen tot de overtuiging van het groote nut der afscheiding als tot de ook daarna zoo onmisbare voorwaarden voor een goede, onderlinge samenwerking. Het is ons onbekend, of de Permanente kaarteeringscommissie, waarin het meerendeel der takken van staatsdienst zijn vertegenwoordigd, ter zake om advies gevraagd werd. 2). Er was een militair lid aan de Commissie toegevoegd, zoodat gerekend kon worden, dat de inzichten van het militaire departement op voldoende wijze naar voren waren gebracht. Waar de Commissie echter aanvan kelijk aangestuurd schijnt te hebben op een afscheiding van den ge- heelen Topografischen dienst en overbrenging daarvan naar het civiele departement, kan moeilijk van goed overleg en ontvouwing der weder- zijdsche inzichten sprake zijn geweest. Dat zij, de gevaren eener decen tralisatie op cartografisch gebied aldus erkennende, niettemin daartoe voorstellen heeft kunnen doen, wijst op leemten van organieken aard, waarvan de aanvulling haar wel zeer moeilijk moet zijn gebleken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 37