60 dat wij een voldoend sterke vloot beslist noodig hebben, n'en déplaise bovengenoemde conferentie. Schr. zegt: „Niet een reeds te voren gezochte aansluiting bij een der belangengroepen, doch een rustig zelfbewuste neutrale houding is het eenige, dat, gepaard aan voldoend eigen kracht, bij het losbarsten van den typhoon ons de noodige bewegingsvrijheid laat om te handelen zooals met onze onzijdigheid overeenkomt.1' Een zich van te voren aansluiten bij een der mogendheden zou natuurlijk een fout zijn, doch zouden we de laatste woorden van den aangehaalden zin liever vervangen willen zien door „ons de noodige bewegingsvrijheid laat om te handelen zooals met ons eigenbelang overeenkomt." De toestand kan n. 1. zeer goed zoodanig zijn, dat we onze neutraliteit dan, d. w. z. op het moment van een neutraliteitsschending, opheffen en partij kiezen, misschien zelfs voor die partij welke onze neutraliteit schendt. Mil. Spectator April. Het vervolg van „De D. Intendance in den Wereldoorlog deelt o.a. mede, dat de D- in Noord Frankrijk nog vele voorraden, vooral aan levend vee aantroffen; de ontruimingsdienst liet dus aan Fr. zijde nog wat te wenschen over. Door het nuttigen van te versch vleesch, dat dus niet genoeg bestorven was, traden maag- en darmstoornissen op. De tact. toestand liet zeer vaak niet toe, dat de B. T. bij den troep werd aangetrokken met gevolg dat zeer dikwijls het geheele noodration werd genuttigd. In bedoelde omstandigheden brachten de verpl. officieren tegen het verbod in, de noodige levensmiddelen uit den B. T- door middel van gerequireerde voertuigen langs zijwegen naar den troep. Ook de aanvulling van den B. T. uit den Verpl T. had in gevallen, dat de laatste niet kon worden aangetrokken, op dezelfde wijze plaats, De keuken wagens voldeden schitterend; allen, die van hun troependeei waren afgeraakt verzamelden zich bij de keukenwagens; bij vreemde keukenwagens was als regel niets verkrijgbaar- Zou dit verschijnsel zich ook bij ons voordoen? In „Gereglementeerde drastische middelen" bespreekt Schr. de doorMaj. de Gelder in zijn „Grepen uit de werkelijkheid" voorgestane opname in de reglementen van een bepaling om strenge middelen toe te passen tegen de „Drückeberger". Schr. is het hiermede niet eens, wenscht liever dat bij de opleiding van officieren en kader ook hieraan de noodige aandacht wordt besteed- N. o. m- moet men het eene doen en het andere niet laten. Het voorbeeld, dat Schr. geeft op welke wijze hij achterblijvers tijdens een marsch het simuleeren afleerde, is algemeen in Indië bekend, doch de aandacht zij er op gevestigd, dat de meeste Drückeberger zich voordoen bij de ontwikkeling tot een gevecht, en in zulk een periode is het voorkomen van dit euvel zeer bezwaarlijk. N. o. m. geven dan drastische maatregelen, ook als waarschuwend voorbeeld, de eenige uitkomst; wil men de toepas sing ervan, dan moeten de maatregelen in het algemeen zijn gereglementeerd. Verder moge gewezen worden op: „Zoeklichten t. b. v. de verd. tegen luchtvaartuigen", „Indirecte richting van de Ned. zware mitr." en op het vervolg van „Het gevecht bij Rijsbergen". Uit het vervolg van „Het Br. gev. voorschrift voor de Inf. '21" zij aan gehaald: „In het algemeen is in dichtbebouwd terrein door vermindering van het uitzicht en van het schootsveld en door vermindering der beweeg baarheid het gebruik van art. beperkt; aan den anderen kant zullen mitrs en lichte bommenwerpers dan van veel nut zijn tot het van dichtbij steunen der inf. De inf. is daarom meer op haar eigen middelen aangewezen; een en ander vormt m. i. een krachtig pleidooi voor het gebruik (naast de 1. bommenwerpers) van inf. geschut." We zouden hieraan willen toevoegen, dat de V. A. in dergelijk terrein veel van hare waarde verliest en het gebruik van bergart. (draagbaar geschut) gewenscht is Waar het bedekte terrein op Java zeer veel voorkomt, zal de inf. dus niet te veel moeten rekenen op steun van de art., tenzij van inf. geschut, dat dan zeer vaak in de allervoorste lijn zal moeten optreden. Verder worden aangetroffen eenige pract. wenken bij het in staat van verdediging brengen van oorden en bosschen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 60