61 Mavors April. „Vlammenwerpers" wordt thans beëindigd. Verder staai deze afI. in het teeken van den Stellingoorlog; we treffen n. 1. aan: „Oefe ningen in den stellingoorlog", hetwelk een oefening op een bepaald terreinge- deelie bespreekt, terwijl „Het alg. gev. voorschrift" thans ook de bespreking van het hoofdstuk, dat dezen oorlog behandelt, aanvangt. „Beschouwingen naar aanleiding van „Instruction provisoire sur le service en campagne de l'art." behandelt thans de verbindingen tusschen de verschillende wapens onderling en die tusschen de onderdeelen dier wapens. Cav Tijdschrift Maart. „De cav. die wij noodig hebben" geeft aan om welke redenen de cav. niet kan vervallen en concludeert uit de taak welke de Ned. cav. in oorlogstijd heeft te vervullen, de sterkte en organisatie van dit wapen. „Toelichting op de ruiterschool te paard" bevat vele nuttige wenken voor het africhten der recruten; de nadruk wordt gelegd op een rustige klasse en het geven van vertrouwen aan den recruut. Oefeningen, noodig voor het lenig maken van het lichaam worden besproken. Mil. Spectator Mei. „Experimenteel psychologisch onderzoek van recruten" bespreekt het artikel „Een nieuwe methode van onderzoek voor recruten", voorkomende in de Jan-,aflevering van dit tijdschrift. Na de toegepaste methode van onderzoek aan kritiek te hebben onderworpen en enkele verbeteringen daarin te hebben aangebracht, waarschuwt Schr. „tegen analyse van mil. functies door beroepsofficieren, niet psycho-tehnici, en het ontwerpen van daarop toe te passen „tests" door evenmin ter zake deskundigen." „Een gezichtspunt omtrent het vraagstuk van den 1. mitr. M. '20" gaat de na- en voordeelen aan de verschillende vervoerswijzen van den mitr. na en prijst het vervoer per rijwiel aan. In het daarop volgende naschrift deelt de Redactie mede: „Wij hebben vernomen, dat men, ter oplossing van het vraagstuk, zoekende is in een richting, waarbij door de manschappen de mitr. met toebehooren alsmede een groot deel der munitie steeds worden gedragen. Om de belasting niet te zwaar te maken, late men van de betrokken dragers de linkertasschen vervallen, terwijl mitr.- en affuitdragers nog van andere uitrustingsstukken zullen moeten worden ontlast- „Het spreekt vanzelf dat op deze wijze de mitr. groepen steeds gev. vaardig zullen zijn, men zij echter voorzichtig om deze vervoerswijze klakkeloos voor het Ind. leger over te nemen, in welk verband verwezen wordt naar de artikelen in het Febr.-nummer en in de Juni-aflevering van het I.M.T. In „Pantserautomobielen" bespreekt Schr. het nut van het gebruik van dit strijdmiddel in den bew. oorlog; „evenveel waarde als de tank bezit voor eerstgenoemde phase van den strijd (d. i. de stellingoorlog), moet aan de pantserauto worden toegekend voor laatstgenoemde phase (de bew. oorlog)Wij als zwakkeren zullen de oogen goed geopend moeten houden voor de strijdmiddelen waarover een tegenpartij kan beschikken voor het voeren van den bew. oorlog. Daaronder neemt ongetwijfeld de pantserautomobiel een voorname plaats in". Zeker is het dat in een ev. oorlog we hier te lande eerder deze soort strijdmiddelen tegen ons zullen zien optreden dan tanks, terwijl aan den anderen kant in verband met het terrein, de pantserauto's wellicht van groot nut zullen kunnen zijn tot steun van onze cavalerie. Verder treffen we aan: „Grens- en groepschieten", „De opleiding der Ber. Art.", De A. B. in het ontwerp Alg. Gev. voorschrift '21" en „Gere glementeerde drastische middelen? een wederwoord van den Maj. de Gelder tegen het boven behandelde artikel met gelijknamigen titel.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 61