het regt Fellert, welke door den comdt van het regt huz. waren aangehouden. Te 11 v. m. vielen de D. Signy-l'Abbaye met kracht aan; de cav. trok terug naar den N. rand van het bosch van Signy en stelde zich a cheval van den weg naar Rethel op. De inf. week terug naar Dommery. Intusschen had de comdt van het 9e korps, die van deze gevech ten nog geen bericht had ontvangen, de volgende inlichtingen verkregen Te 7 v. m. ontving hij van de 4e cav.-div. bericht, dat Liart onbezet was, dat Marlemont door vijandelijke inf. was bezet en dat men gedurende den geheelen nacht cav. en voertuigen had hooren marcheeren langs den weg AubignyLogny Marlemont. Te 8.30 v. m. kreeg hij bericht van de 17e div., dat op haar rechterflank de 52e res. div. over Hannogne St. Martin aanviel op Donchéry; dat uhlanen-patrouilles voor Lumes waren versche nen, doch door vuur waren verdreven, evenals 2 compn inf., die op Villers-devant-Mézières aanrukten. Te 8.45 v. m. werd van de 9e cav.-div. bericht ontvangen, dat zich geen vijand bevond bij en N. van Mézières. Te 9.45 v. m. werd van den comdt van het 4e leger mededeeling ontvangen, dat de 4e cav.-div. in N. W. richting was gezonden, weshalve de 9e cav.-div. ter beschikking van den comdt van het 9e korps werd gesteld om de wegen naar Réthel af te sluiten in samenwerking met den linkervleugel van dit korps. Aan 1. g. cav.-div. werd nu opgedragen 1 regt dragonders ter beschikking te laten van den comdt der 17e div. en met de overige regtn onmiddellijk over Launois en Dommery naar Signy-l'Abbaye op te rukken en de uit het N. naar Réthel voerende wegen, in het bijzonder die over Signy-l'Abbaye, af te sluiten. 'Eerst te 10.30 v. m. ontving de Gen. Dubois berichten omtrent het gevecht der brig. Blondlat. Deze laatste berichten gaven hem den indruk, dat het gevecht tegen genoemde brig, waarschijnlijk slechts diende om een bewe ging in Z. richting te maskeeren en dat Réthel ernstig bedreigd zou zijn, voordat de 9e cav.-div. daar had kunnen ingrijpen, dan wel, dat zij zich tegenover een overmacht zou bevinden. Het was een zeer ernstig oogenblik! Waren de D. meester van Réthel, dan was het 4e leger gescheiden van het 5e, terwijl de linkervleugel en de verbindingen van e. g. leger ernstig bedreigd werden. Dit moest worden verhinderd. Zulks kon in de gegeven om standigheden alleen door de aandacht van den vijand van Réthel af te leiden en hem er toe te brengen zijn troepen in een andere richting te gebruiken. Elke weifeling aan Fr. zijde kon noodlottig worden. Er moest dadelijk worden gehandeld. 9

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 9