19. OPSTELLING IN DE DIEPTE. Zoowel bij den aanval als bij de verdediging moeten de troepen in de diepte worden opge steld, omdat alleen daardoor het vrije gebruik der reserves en aan vulling der geleden verliezen mogelijk zijn. Aldus kan aan plotselinge veranderingen van den toestand hetgeen vooral kan voorkomen zoolang de inlichtingen omtrent den vijand nog onvol doende zijn het hoofd worden geboden. 20. RESERVES. Een voornaam middel, waardoor een com mandant invloed op het gevecht kan blijven oefenen, is eene reserve. De A. B. houdt eene algemeene reserve rechtstreeks te zijner beschikking; de ondercommandanten verzekeren zich het gebruik van bijzondere reserves. 21. GEBRUIK EN OPSTELLING VAN RESERVES. Het gebruik dat van reserves gemaakt wordt, is beslissend voor den uitslag van den strijd. De A. B. moet zijne A. R. zoo noodig tot den laatsten man inzetten om aan zijne opdracht te voldoen. Hij overwege daarbij, dat gedeelten van die A. R. van groot belang kunnen zijn voor de vervolging en dat het inzetten van die A. R., indien de overwinning toch niet bevochten kan worden, beter achterwege kan blijven, om door middel van die reserve de in het gevecht zijnde afdeelingen behulpzaam te zijn bij het afbreken van het gevecht en bij het dekken van den terugtocht. Tegenaanvallen of het bezetten van opnamestellingen zullen alsdan veelal de taak dier laatste reserve- afdeelingen vormen. De opstelling van de A. R. houdt verband met de plaat(sen) waar de beslissing vermoedelijk zal vallen of gezocht wordt. Het gesplitst opstellen der reserves kan, vooral in polderland, noodig zijn. 22. VERSTERKING VRAGEN. Het vragen om versterking mag alleen in de uiterste noodzakelijkheid geschieden; immers het is een dure plicht van iederen commandant, om te trachten zijne opdracht met de daartoe te zijner beschikking gestelde troepen te volvoeren. TAAK EN GEBRUIK DER VERSCHILLENDE WAPENS. 28. HOOFDTAAK DER ANDERE WAPENS (dan de Inf.). De gevechtshandelingen der andere wapens moeten er in de voor naamste plaats op gericht zijn, de infanterie het bereiken van haar gevechtsdoel mogelijk te maken. 30. OPSTELLING DER ARTILLERIE. De artillerie moet gedekt en in de diepte geéchelonneerd worden opgesteld. Zij wordt ten deele zoover mogelijk naar voren geplaatst, teneinde haar werking over grooten afstand vóór de eigen troepen tot haar recht te doen komen. 49

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 49