64 detachement wordt gevormd, dat dus ook de dekking (onmiddelijke beveiliging:) en de beveiliging der werkzaamheden op zich neemt, in ieder geval moet één persoon als commdt van het geheel optreden der seinen Standort so wahlen musz, dasz jederzeit personlicher, unmittelbarer Verkehr mit dem Pionier-Kommandeur möglich 1st"De Fr. stellingen waien te ver verwijderd van den oever; was dit wellicht overdag een voordeel s nachts daarentegen had de int. den eigen oever sterk moeten bezetten. Slechts één zoeklicht verlichtte het terrein; andere, toch bekende, verlich- tingsmiddelen werden niet gebruikt. Op dit laatste moge de aandacht worden gevestigd; het is een meer voorkomend verschijnsel, dat men, gewend aan meer volmaakte middelen, langzamerhand verleert zich te behelpen met de minder volmaakte. Les archives de la grande guerre Jan. In „Le combat de St. Blaise-La Plaine" geeft Schr. te kennen, dat hij door zijn ervaringen tot de wetenschap kwam van „le peu d'efficacité du canon de campagne allemand a 1 egard desi For mations diluées". Zou men ook aan D. zijde niet gedurende den oorlog tot de zelfde ervaring zijn gekomen t. a. v. de Fr. art. Uit meerdere artikelen toch blijkt dat men in het algemeen te groote verwachting koesterde van de uitwerking van het veldgeschut. Daarentegen zegt ook deze Schr. ses mitrailleuses nous gênaient considérablement". De terugtrekkende vijand werd hier vervolgd met art.-vuur, dat op den hoofdweg werd afgegeven. Ook hier bleek hoe verbitterd de strijd in bedekt terrein kan zijn; „La lutte au Haut de Steige fut assez meurtrière en raison des nombreux groupes' de tireurs postés par l'ennemi dans „le bois. Verder treffen we een klacht aan„Le manque de fil de fer dans nos approvisionnements de campagne empêchait par contre de donner aux defenses accessoires toute la puissance désirable.'' Hoe zullen wij in deze er voor staan L'offensive de Macédoine en 1918" beschrijft de gebeurtenissen onmiddellijk vooraf gaande en gedurende dit offensief; in den boezem van het hoofdkwartier was nog veel wrijving van gedachten aleer men besloot het offensief door te zetten, niettegenstaande er reeds teekenen_warenvan ontmoediging en van verlangen naar vrede aan de zijde der Bulgaren. Sommigen waren van oordeel, dat een offensief, gelet op deze verschijnse len niet meer noodig wasgelukkig echter besliste de comdt in anderen zin' Schr. zegt terecht: „Le Bulgare ne connait, ne reconnait que la force. 11 ne renoncera a ses appétits et a ses complices qu une fois ses allies et ses armées vaincues", een houding trouwens, welke men van elk weerbaar volk mag verwachten. Een ieder, die den strijd op dit operatietooneel wil bestudeeren zij dit artikel ter lezing aanbevolen. Verder zij gewezen op: „Quelques historiens anglais et aliemands de la guerre navale" en op „Mémoire du Comte Schulenburg surl abdication d0AHge1mU-Sdiw11 Mil. Zeitung 29 April. „Die individuelle Fütterung der Dienstnferde" onderzoekt welke rations aan de paarden moeten worden gegeven afhankelijk van de zwaarte der diensten, welke zij moeten verrichten. ,?Uebe'rTaktik und Ausbildung der Inf." toont aan hoe moreel, goede aanvoe ring en uitrusting van elkaar geheel afhankelijke factoren zijn, „Die Waffen wïrkung und der moralische und ethische Gehalt sind m erster Linie masz- gebend für die taktische Verwending, und diese ïst bestimmend lur die soldatische Ausbildung der Truppe. Andere Bewaffnung, andere Taktik, andere Ausbildung. Den Wert der Waffenwirkung beim Gegn,e%""dp,bpen1 der eigenen Truppe und bei dieser noch den moralischen und ethischen Gehalt zutreffend einzuschatzen, darin liegt das Geheimnis des Erfollges und seiner Vorbereitung. Das Bewusztsein, zweckmaszig bewaffnet und für den Krieg, d. h. soldatisch richtig ausgebildet zu sein das Vertrauen zu sich selbst und zu den Kameraden, ist wieder von nicht zu unterschat zender Bedeutung für die Moral des Heeres. Im Kriege musz das Vertrauen, welches dem Soldaten in der Friedensausbildung anerzogen worden ist, bestatigt werden, sonst verschwindet es schnell." Verder wordt gewaar-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 64