De tabel behoeft geen toelichting, alleen wordt opgemerkt, dat
ook hier blijkt, dat indien de verhouding van het aantal plus en
min schoten weinig van 1 verschilt, de aan te brengen correcties
klein en misschien niet aan te brengen zijn. Zoo voor de groep
van tien schoten, waarin vier min schoten, zoude de correctie
zijn 0.2 LS50.
16. Voor de practijk is in stede van de correctietabel liever een
formule te geven, welke met voldoende nauwkeurigheid de correc
tie geeft. Deze zoude zijn
a~b X LS50form. 6.
n
Hierin is a b het verschil der aantallen schoten plus en min;
en n het aantal waarnemingen der groep.
Alleen voor de eerste kolom is de benadering te ruw.
Zijn in een groep van 6 schoten 2 schoten min gevallen, zoo zal
moeten worden gecorrigeerd door met
HX LS5q V3 LS50
b
vooruit te gaan.
De tabel geeft het zelfde getal.
Bij een groep van 10 schoten waarin drie schoten min, is de
correctie volgens de formule 0.4 LS50; volgens de tabel 0.39 LS50,
dus practisch dezelfde.
17. Verder moet nog de kans, dat de grenzen niet goed zijn,
worden onder het oog gezien.
In dat geval zal in de groep 2 (K G) geen wisseling in
teekens optreden.
Stel dat gekozen is een sprong van 1 !/2 LS50 met herhaalde
grensschoten, waarbij 6 waarnemingen voor het groepschieten
noodig zijn. Er is dan nog 22 kans, dat de grenzen niet
goed zijn.
Het verschil van de elevaties bij het grens- en bij het groep
schieten bedraagt dan 0.75 LS50
Krijgen wij nu van deze zes schoten vijf in denzelfden zin, dan
bedraagt de correctie reeds 0.72 LS50, dus wordt practisch de
elevatie van het grensschieten na correctie verkregen. Zijn dus
de vijf eerste schoten in denzelfden zin, dan is de groep stellig af
te breken en moet een groep worden geschoten met de elevatie
van een der grensschoten.
Men kan echter nog één schot eerder afbreken als de vier
eerste schoten in denzelfden zin vallen. De kans, dat de twee
laatste schoten beide in tegengestelden zin zullen vallen is zeer
klein en bedraagt slechts ,5 En die twee schoten moeten in den
zelfden zin vallen, wil de correctie niet zóó zijn, dat de elevatie van
een der grenzen worde gekozen. In het geval dat de vier eerste
waarnemingen het zelfde teeken geven, is dan de groep af te
10