Derhalve de eisch: stuksgewijze inschieten en uitwerkingsvuur. Hierbij wordt er nog eens op gewezen, dat een vermeerdering van trefkans door het aantal schoten te vermeerderen niet werk zaam mag worden genoemd (zie tabel VI), doch dat het moet worden gevonden, in een verkleinen der spreiding. 19. De grootere spreiding der batterij ten opzichte van het enkele stuk wordt voornamelijk veroorzaakt door de spreiding der gemiddelde trefpunten der verschillende stukken, welke spreiding volgens proeven ongeveer even zoo groot zoude zijn als de spreiding van het enkele stuk. Kent men echter de onderlinge drachtsverschillen der vuur monden, of wel kunnen deze berekend worden, zoo is het voor een sneller komen tot het uitwerkingsvuur wel gewenscht, dat het inschieten, dus het grens- en groep-sohieten, met de geheele batterij gebeurt, doch dat het uitwerkingsvuur stuksgewijze wordt afgegeven, waarbij na de eerste groep van 6 of 10 schoten het mis schien noodig zal zijn nog een geringe correctie aan te brengen. 20. Wij kunnen nu de volgende regels stellen voor hetjuist- heidsvuur a). de elevatie, waarmede het inschieten wordt begonnen, wordt be paald uit den geographischen afstand waarop het doel is gele gen; terwijl de daginvloeden daarbij worden in rekening gebracht. b). de sprong bedraagt 1 »/2 LS50 (dan wel 2 LS50) (hieromtrent zoude verschil in appreciatie kunnen bestaannatuurlijk- moet of het een of het ander worden gekozen). c). de grensschoten worden herhaald. d). met de gehalveerde elevatie der grensschoten wordt een groep geschoten, zoodanig dat zes (dan wel tien) waarnemin gen worden verkregen. e). zijn a schoten plus en b schoten min verkregen in dat vuur, zoo wordt gecorrigeerd met '/6 (a b) LS50 (dan wel '/10 (a b) LS50), met welke gecorrigeerde elevatie het uitwer kingsvuur wordt begonnen. f). vallen in de groep de eerste vier (dan wel acht) schoten in denzelfden zin, zoo wordt de groep afgebroken en een groep geschoten op een der grenzen, waarbij de vroegere waarne mingen worden mede gerekend. g). wordt bij het grensschieten terstond een wisseling in teeken gevonden, zoo worden nog twee schoten met dezelfde elevatie gedaan. Die elevatie wordt gecorrigeerd met 1 /4 (a b) LS50 en met de gecorrigeerde elevatie een groep van zes schoten geschoten. Dit laatste punt is niet behandeld, doch is zoo duidelijk, dat dit wel geen toelichting zal behoeven. h). Er wordt stuksgewijze ingeschoten en uitwerkingsvuur afge geven, tenzij de onderlinge drachtsverschillen der vuurmonden bekend of berekend kunnen worden. 12

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 12