Aardig is het ook hier de vermeerdering in trefkans op zoo'n schild te doen zien door stuksgewijze bevuren in stede van met de geheele batterij, aangenomen, dat de schilden alle op denzelfden afstand van de batterij zijn gelegen. Doen wij dit weder voor 3000 M. De hoogte van het schild is 1.8 M.dat is 0.3 HS50enkelestuk waarin 16 treffers zijn te verwachten; of wel 0.2 HS50 -batterij waarin slechts 11% treffers te verwachten zijn (zie figuur 1). 22. Wat zeggen nu onze schietregels voor de Veld-Artillerie daarover, in R. Vd. A. III. Dit reglement noemt geen verschillende vuurwijzen als in dit opstel genoemd, dus geen juistheidsvuur en strooivuur; onderscheidt echter wel vuren voor een plaatselijke uitwerking en andere vuren (punt 9). Dit vuur voor plaatselijke uitwerking, waarbij nauwkeurig inschieten voor de lengte wel noodig is (punt 19b), kan dan beschouwd worden als het hier bedoelde juistheidsvuur. Omtrent dit vuur is bepaald: a). de elevatie, waarmede het inschieten moet worden begonnen, is niet vermeld: b). alleen, dat de vork 50 M. bedraagt (punt 11), c). verkregen door vernauwen van wijdere grenzen; d). dat de grenzen worden bepaald uit dubbele waarneming, geschoten met de geheele batterij (punt 15 en 5); e). dat zoo lang wordt gecorrigeerd tot een bepaalde verhou ding der plus en min schoten in een groep wordt verkregen (punt 19 ad b.). Deze verhouding in minstens de helft plus en minstens een vierde min schoten in een groep van minstens drie waarnemingen (punt 19 ad. b.). f. dat het uitwerkingsvuur aanvangt met de elevatie, welke de goede verhouding gaf, doch verder de correcties stuksgewijze worden aangebracht. De grootte der correcties bedraagt 25 M. 23. Toetsen wij nu deze regels aan het door ons verhandelde. Daar onze reglementen nog niet voldoende rekening houden met de daginvloeden, is men gedwongen geweest af te wijken van het in het opstel aanbevolene slechts te corrigeeren middels een sprong van 1 of 2 LS50doch heeft men eerst grooter sprongen moeten maken, ten einde het doel nader te bepalen. Deze grootere sprongen met de batterij tot een vernauwing der grenzen tot op 100 M., zoude dan geacht kunnen worden hetzelfde resultaat op te leveren, als het rekening houden met de daginvloeden. Dat deze wijdere grenzen met de geheele batterij worden geschoten is ter besparing van munitie wel toe te juichen. Verder dan de grens tot 100 M. mag dit echter niet plaats hebben. Immers, nemen wij middelbare afstanden, b. v. 3500 M. zoo is de schootstafel-LS50 gelijk aan 30 M., die van de batterij dus te stellen op 65 M. en wordt dus die 100 M. reeds gelijk aan 14

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 14