25. Nu over den eisch dat in een groep minstens de helft en minstens '/4 min moet zijn gelegen. Deze regel is door haar algemeenheid niet bruikbaar; tabel IX moge dit nog verduidelijken. De regel is wel te gebruiken voor afstanden tot 3000 M. en is daarom vermoedelijk ook gegeven; punt 6 toch waarschuwt voor het toepassen van een juistheidsvuur met Gn. boven 2500 a 3000 M., daar dan de spreiding der projectielen zoodanig toe neemt, dat uitwerking alleen is te verkrijgen ten koste van een onevenredig grooter munitie verbruik. Hoe men een schildbatterij dan wel moet bevuren, wordt ech ter niet gezegd. Bedacht moet worden, dat het juistheidsvuur, ongeacht den afstand, het minste munitieverbruik meebrengt. Een andere vuur- wijze is dus niet mogelijk zonder meer munitie noodig te heb ben. Vermeend wordt, dat bovenbedoelde waarschuwing een gevolg is van het uiterst gering aantal stalen granaten, welke medegevoerd worden, dus een waarschuwing er niet te lichtvaardig mede om te gaan. Toch is de redactie van dit punt niet gelukkig. Terugkomende op den eisch, dat minstens de helft plus en minstens een vierde min moet zijn ware deze liever te vervolle digen door de toevoeging „voor afstanden beneden de 3000 M.". 26. Ten slotte de correctie van 25 Meter, stuksgewijze. Er is volgens het voorschrift met de batterij een groep ge schoten welke de goede verhouding gaf van minstens de helft plus en minstens een vierde min in minstens drie waarnemingen b. v. Het gemiddelde trefpunt van de batterij ligt dan ongeveer '/3 LS50 batterij, dus 3 X 3/2 2 LS50en kele stuk achter het doel (tabel VIII). De afwijking der gemiddelde trefpunten, welke ongeveer de zelfde spreiding als het enkele stuk zullen geven, is voor een groep van 4 hoogstens 5/8 LS50dus het gemiddeld trefpunt van het enkele stuk hoogstens 2 5/8 rond 1 LS50 achter de batterij. Wenschen wij nu het gemiddeld trefpunt wederom hoogstens '/3 LS50 achter het doel (wat alleen goed is voor 2003 M. vol gens tabel IX), zoo is de grootste correctie 2/3 LS50 enkele stuk dus op 3500 M. gelijk aan 30 M. De correctie van 25 M. is dan wel aan den hoogen kant. Echter is het aangewezen de juiste correctie aan te brengen, b. v. uit een groep van zes waarnemingen. 27. Voor de Kust- en Stelling Artillerie zullen wij de schietregels niet bespreken; doch liever er op wijzen, dat het gewenscht is, dat voor alle wapendeelen dezelfde hoofd- lijnen worden gevolgd. Dit spreekt eigenlijk zoo van zelf, dat het vreemd is, dat daarover nog verschil van meening kan zijn. De regels kunnen voor ALLE vuurmonden dezelfde zijn, en dezelfde waarde hebben, als gebroken wordt met correcties in 16

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 16