1. SCHIETEN BIJ DE ARTILLERIE door PRO PRCCURA. 1. In het ondervolgende zal alleen behandeld worden het schnten mei stalen granaten en daarvan het inschieten bij het juistheidsvuur. 2. Onverschillig welke opdracht aan de Artillerie wordt gegeven, zoo zal zij in staat zij daaraan te voldoen door het afgeven öf van een juistheidsvuur öf wel van een strooivuur. Een juistheidsvuur is een vuur op één afstand, waarbij de gemiddelde baan door het doel moet gaan, of zoo dicht mo gelijk er bij Dit vuur kan alleen worden afgegeven, indien de plaats van het doel zeer nauwkeurig bekend is, en zich niet verplaatst. Een strooivuur is een vuur op een of gewoonlijk meer dere afstanden, waarbij een strook tusschen twee grenzen wordt onder vuur genomen. Het wordt afgegeven, indien men het doel niet middels een juistheidsvuur kan bevuren; b. v. doordat men de juiste plaats van het doel niet kent; of wel het een bewegend doel is, waardoor het dus onmogelijk is een gemiddelde baan door het doel te doen gaan; of als men geen tijd heeft voor een nauwkeurig inschieten, als bij het juistheidsvuur vereischt. 3. Wij hebben gesproken over de „gemiddelde" baan en zullen, ten overvloede, nog even zeggen, waarom „deze" wordt genoemd. Zooals bekend is, zullen, als er op een punt M wordt gevuurd waarbij geheel is ingeschoten, de treffers zich om dat punt op een bepaalde wijze groepeeren. Letten wij alleen op de afwijkingen in één richting, zoo kunnen wij graphisch de in figuur 1 gege- I ven voorstelling geven van die groepeering. De figuur wordt k de trefferberg genoemd, en geeft de bekende getallen 25, 16, 7, en 2. ïn de strook AA' vallen 50 der treffers, in de strook DD' vallen bijna alle, d. i. 99.3 der treffers. Als gemeenschappelijke maat is de lengte der strook AA' te kiezen, deze maat heet de vijftig procentspreiding: S 50. Uit de figuur zien wij dat de (bijna) totale spreiding vier keer zoo groot is als de vijftig-procentspreiding. De spreiding hangt van verschillende factoren af, zoodanig, dat feitelijk geen vast getal kan worden genoemd. De in de schootsta- fels gegeven getallen gelden voor het enkele stuk en zijn verkregen onder zeer gunstige omstandigheden, zijn dus geflateerd De batterijspreiding en vooral de oorlogsspreiding zal aanzien lijk grooter zijn. In de Art. Monatshefte September 1919 schat de generaal Rohne de oorlogsspreiding van het enkele stuk op zeker twee maal, voor de geheele batterij wellicht drie maal die der schootstafel. Bij de Ter publ. ontv.,Red. l.M. T. 1

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 1