bij afgewerkte rijst als uiterste minimum moet worden
verstrekt: gemiddeld per man en per dag: 50 gram groenten -j- 50
gram boontjes -f- 50 gram erwten 2 pisangs, doch dat wan
neer men veilig wil gaan, men goed zal doen deze minimum
cijfers voor boontjes en erwten (bladgroenten komen mij niet zoo
belangrijk voor) met 10 gram per dag elk te verhoogen.
Natuurlijk is het zaak in de menu's zooveel mogelijk variatie te
brengen, mits slechts gezorgd wordt, dat over een zeker tijdvak
b. v. een maand gerekend, de bijvoeding niet daalt onder dit
gemiddelde per dag.
Menschen, die deze bijspijzen verorberen, zullen geen
b e r i-b e r i k r ij g e n, zelfs niet wanneer de rijst geheel afge
slepen is.
ik spatieer hierin echter enkele woorden, want daarin zitten
de voetangels:
le. kunnen wij er nooit zeker van zijn, dat'al geven wij een
bepaalde bijvoeding deze ook werkelijk gegeten wordt en
2e. kunnen wij wel zeggen: de menschen zullen geen beri-beri
krijgen zoolang ze dit dieet volgen, doch hoever zij daarmee van
den beri-beri-drempel blijven, daarvan weten wij slechts zeer
weinig.
Op deze beide punten moge nog even worden ingegaan:
ad le. Van het meeste belang is dat de compagnies-comman
danten zich op de hoogte houden of de verstrekte voeding wel
naar den smaak is van de soldaten en of dus de kans groot is, dat
van die voeding ook een voldoende hoeveelheid zal worden gege
ten. Natuurlijk speelt daarbij de landaard een voorname rol: bij
de eene compagnie zal snert van katjang idjoe er ingaan als koek
(men zou beter kunnen zeggen als rijst), terwijl bij een andere het
grootste deel zal worden weggegooid. A 1 t ij d sambal van boon
tjes, zal ook zelden voldoen. Er moet dus rekening worden gehou
den met den smaak der menschen, echter niet zóó, dat aan menage
meester en kok wordt overgelaten te koken wat de menschen het
liefst hebben, zonder dat de compagnies-commandant narekent of
dan per saldo voldoende van alles wordt gegeven.
Bij de verschillende onderdeelen hier bleek mij, dat als regel de
soep altijd graag gegeten wordt; een proef zou misschien te nemen
zijn om een deel van de rijst, die altijd in ruime hoeveelheid daarin
wordt gekookt, te vervangen door katjang idjoe. Hier maakt het
den indruk, dat de menschen die soep even graag eten en op die
manier kan dus ongemerkt een vrij groote hoeveelheid vitaminen
worden toegevoerd. Waar vrijwel altijd versche vruchten graag
worden genuttigd, zal desnoods in menages, waar andere dingen
niet inslaan, de portie vruchten moeten worden vergroot.
Voor hospitaalmenages worde hier nog even gewezen op het
gevaar, dat vaak de venerische patiënten loopen, wanneer aan
deze menschen sambal (van wege de lombok) wordt onthouden,
23