zooals dat in vele hospitalen de gewoonte is. De vitaminen-voeding vermindert daardoor bedenkelijk^en wordt bij veel patiënten, die de sajor (welke gewoonlijk door de menschen zelf naar believen mag worden opgeschept) niet lusten, dus teruggebracht tot twee pisangs per dag. Ik nam hier een paar gevallen van beri-beri waar, die vermoedelijk daaraan te wijten waren. Het dieet, dat ook hier altijd gold voor V-lijders: „gewone voe ding zonder sambal" heb ik daarom veranderd in „gewone voeding zonder lombok", zoodat dus deze patiënten nu hun portie boontjes etc. krijgen in den vorm van niet gekruide sambal. Bovendien heb ik het „zich zelf bedienen van sajor" afgeschaft. ad 2e. Worden menschen, die steeds een vitaminen-rijke voe ding genoten, plotseling op een vitaminen-arm (of -loos) dieet gesteld, dan zal het ongeveer vier maanden duren eer zich ver schijnselen van beri-beri voordoen. Bij personen echter, die minder goed met vitaminen doorvoed zijn, wordt die termijn veel korter. Geven we nu de militairen afgewerkte rijst met een bijvoeding als ik boven opsomde, dan kunnen wij absoluut niets zeggen over dezen incubatie-tijd der beri-beri en loopen dus de kans, dat die duur zeer kort zal zijn. Gesteld nu eens, dat zoo'n troep plotseling voor een paar maanden aangewezen wordt op afgeslepen rijst, zonder veel bijvoeding (wanneer het leger gevoed wordt in vre destijd met afgewerkte rijst, zal de Intendance vermoedelijk bij het begin van een mobilisatie b. v. niet veel betere rijst ter beschikking hebben), dan is het gevaar zeer groot, dat plotseling een explosie van beri-beri-gevallen den geheelen troep lamslaat in de meest letterlijke beteekenis van het woord. De paraatheid van het leger voor wat betreft beri-beri-gevaar zal dus alt ij d zeer dubieus zijn, zoolang men niet terugkeert tot de verstrekking van rijst met zóó veel zilvervlies, dat ook in gekookten toestand zeker nog vol doende vitaminen er in aanwezig zijn. Moge men al bij een koelie- of bij een gevangenismenage kunnen volstaan met den eisch, dat de voeding voldoende moet zijn om beri-beri te voorkomen, bij de legermenages moet men eischen een voeding, die garantie geeft, dat de soldaten flink met vitaminen doorvoed zijn, zoodat zij desnoods dus eenigen tijd een onder voeding op dit punt zullen kunnen doorstaan, zonder gevaar voor beri-beri. Een lastig punt leveren nog de militairen, die buiten menage zijn. Wordt weer zilvervliesrijst ingevoerd, dan dienen maatregelen te worden getroffen om ook deze menschen daarvan te doen profiteeren. Dit kan b. v. gebeuren door geen vergunning meer te geven om buiten menage te zijn, zooals hier bepaald werd van hoogerhand, toen de zilvervliesrijst gearriveerd was (een voordeel ervan is o. a. dat de menage grooter daardoor rijker wordt, hetgeen echter vooral van belang is voor menages, die slechte rijst 24

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 24