verstrekken). M. i. was beter de maatregel, die aanvankelijk hier door den Plaatselijk Militair Commandant was getroffen: onder nadere goedkeuring was voorgeschreven, dat ieder die buiten menage was, in den vervolge rijst uit het magazijn moest ontvangen (dus goede rijst) en dat, wie deze rijst deed overtombokken, ruil de, of verkocht etc. onherroepelijk i n de menage zou worden gebracht. Natuurlijk moest dan in de vrouwenloods controle wor den uitgeoefend (de rijst mag niet mooier er uitzien dan die uit de keuken). Zooals de zaak nu hier geregeld is, kunnen de vrouwen voor zich zelf elke soort rijst koken, die ze willen, en wie zal er dan voor instaan, dat niet de witte rijst uit de vrouwenloods gege ten wordt door den soldaat en de zilvervliesrijst uit de keuken door het gezin? Worden daarentegen de menschen verplicht zilvervliesrijst uit het magazijn te betrekken, met de bedreiging in de menage te zullen worden opgenomen (wat ze onaangenaam en onvoordeelig vinden), zoodra mocht blijken, dat die rijst verknoeid wordt, dan geloof ik dat deze bedreiging voldoende preventief zal werken, om allen aan het eten van goeden rijst te krijgen. Ik kom dus tot de slotsom: A. Zoolang er rijst verstrekt wordt met onvoldoende zilvervlies- rest, moeten de compagnie's-commandanten voortdurend zorg besteden aan en toezicht uitoefenen op de bijvoeding en wel moeten zij: le. contröleeren, dat deze bijvoeding zeker niet daalt onder het boven aangegeven minimum gemiddelde, 2e. zich ervan op de hoogte houden, of die bijvoeding wei naar den smaak der menschen is en er dus voldoende van wordt gegeten. B. Veel beter echter zal zijn, dat weer wordt overgegaan tot verstrekking van rijst met hoog zilvervlies-gehalte. Daarbij zullen dan speciale maatregelen moeten worden getroffen om ook hen, die buiten menage zijn, deze rijst te doen nuttigen. Is het niet eigenaardig, dat in Nederlandsch-lndië nog op invoe ring van deze rijst moet worden aangedrongen? Volkomen terecht zegt Eijkman, met een variatie op wat men den Engelschen in zake pokken verwijt: de Hollanders hebben het middel tegen beri beri aangegeven, maar de beri-beri hebben zij gehouden. 3. OVER DE INDEELING VAN GEWEERMITRS BIJ DE COMPAGNIE door C. Samenstelling van de geweermitrailleur- groep: Om zich handig in het terrein te kunnen bewegen en het wapen nog behoorlijk te kunnen bedienen, mag de man van de geweermitr.-groep niet zwaarder belast zijn dan de infanterist, wiens bepakking reeds te zwaar wordt geacht. Ter publ. onlv. 29-5-'22. Red. l.M.T. 25

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 25