2de. Twee of meer dergelijke groepen vormen een hoogere eenheid „de sectie." De samenstelling aangegeven in het W. J. 1920 blz. 2 n. 1. een afzonderlijke afdeeling geweermitrs per compagnie, zou er toe eliden. dat in de vuurlinie geen, of veel te weinig, officieren als dragers van de aanvalsgedachte aanwezig zijn, öf dat de geweermitrailleur- groepen op het gevechtsveld geïmproviseerd worden. Afdeelingen en personen, die op het gevechtsveld gezamenlijk optreden, moeten in vredestijd gezamenlijk geoefend worden. De officiers-afdeeling (De sectie): Vóór 1914 nam, bij het intreden van verliezen, de vuurkracht „geleidelijk" in kracht af en kon de compagnies-comdt, die zich tusschen voorste linie en ondersteuningstroepen ophield, in verband met die ver liezen de ondersteuningstroepen doen oprukken. Het gebruik van automatische wapens brengt hierin wijziging. De vuurkracht neemt niet merkbaar af, zoolang de geweermitrs intact blijven en per wapen, bij wijze van spreken, nog één man over is. De compagnies-comdt krijgt ook al door de grootere diepte- écheloneerine geen indruk omtrent den toestand in de vuurlinie. Treden echter sterke verliezen in, of wordt een wapen onbruik baar, dan is „plotseling" een belangrijk deel van de vuurkracht geheel gedoofd. Als dan nog de aanvulling van achteren moet geschieden, kan storing intreden. Dit bezwaar is te ondervangen, door den sectie-comdt beschikking te geven over een ondersteu ningsgroep. Op grond hiervan en in verband met de grootere zelfstandigheid van de sectie in het hedendaagsch gevecht is dus veel te zeggen voor een indeeling van de sectie in drie onder- officiers-afdeelingen J). Deze samenstelling heeft bovendien het voordeel. 1ste dat vermenging van sectiën minder gauw zal plaats vinden; en 2de. dat na het intreden van de z g. marschverliezen (die zelfs wel op 30 geschat worden) die sectie nog voldoende gevechtskracht heeft. Ter verlichting van de taak van den sectie-comdt, zou per sectie een extra onderofficier moeten worden ingedeeld. (Deze waakt tegen achterblijven van groepen en manschappen)De sectie- comdt zal zich in het algemeen ophouden achter de geweermitrail- leurgroepen, die het vuurgevecht voeren. Voor de compagnie ligt bij deze samenstelling van de sectie een indeeling in 3 sectiën voor de hand. De compagnie treedt op met 1 of"2 sectiën in voorste linie, de sectie met 2 of 3 geweermitrs in de vuurlinie. De sectie (n) in handen van den compagnies-comdt dient (dienen) niet in de eerste plaats voor aanvulling van de vuurlinie, maar om invloed op het gevecht uit te oefenen, hoe dan ook (optreden tegen flanken, verlengen e. d.). Wij stemmen liier geheel mede in. Red. 27

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 27