ver vooruitgeschoven cavalerieafdeelingen, dan wel, wanneer in fanterie tegen een etappelijn optreedt, uit afdeelingen behoorende tot grootere verbanden en dus geen kleine, zelfstandige afdeelingen. Opdrachten tot dekking van mobiliseerende troepen als bij de oorlogvoering in Europa wel eens kunnen voorkomen, kunnen bij ons buiten beschouwing blijven, omdat de mobilisatie van ons leger behoort te hebben plaats gehad, alvorens de vijand geland is. Wil men het beveiligen van een lange lijn beoefe nen, dan doet men beter rivier-of kustvakken bij onze oefeningen als te beveiligen lijn aan te nemen. Veelal behelpt men zich om de moeilijkheden van het ontwerpen van een natuurlijken oorlogstoestand te ontgaan, door de troepen macht van geringe sterk e, die men zelfstandig wil laten optre den eenvoudig op een bepaalde plaats op te stellen, zonder den oorlogstoestand nader aan te geven bijv. ,,Het detachement bij A. aangekomen, ontvangt bericht, dat in B. een vijandelijk de tachement ter sterkte vanstaat, met opdracht laatst bedoeld detachement aan te vallen." Maar juist zulke opdrachten zijn zeer onnatuurlijk 1 De bevel voerder van het detachement, dat zóó in de lucht hangt, gevoelt zich niet in de werkelijkheid verplaatst, hoeveel voorstellings vermogen hij ook moge bezitten. Ook worden dikwijls onderstellingen gemaakt voor het optre den van f 1 a n k d e k k i n g e n, waar natuurlijk niets tegen is, wanneer men de flankdekking maar niet als geheel zelfstandig beschouwt, want zulks zou weder een zeer onnatuurlijken toe stand scheppen en bovendien aanleiding geven tot het kweeken van verkeerde begrippen omtrent het optreden van flankdekkingen. Blijft nu bij oefeningen het optreden van de hoofdmacht uit gebrek aan de noodige troepen geheel achterwege, dan behoort de Leider te zorgen voor de noodige bevelen en berichten aan den Ct. der flankdekking en dus treedt alsdan de Leider op als comdt der hoofdmacht. Deze heeft dan toch de middelen in de hand om bijv. door tijdelijke verbreking der verbinding den Comdt der flankdekking althans tijdelijk in de gelegenheid te stellen, zelfstandig een besluit te nemen. Hetzelfde kan gezegd worden van eene onderstelling, waarin eene voorhoede geheel zelfstandig optreedt. Zoo leerrijk als oefeningen in den veiiligheidsdienst zijn (voor zoover het samen werken met de grootere verbanden niet verwaarloosd wordt) evenzoo schadelijk zijn ze, wanneer de troepen, welke beveiligd worden, eenvoudig buiten beschouwing blijven. De onderstelling moet niet alleen n a t u u r 1 ij k zijn, maar ook tactisch juist en dus niet op een fout berusten. Wanneer een detachement, behoorende tot een grooter verband, geheel zelfstandig optreedt, dan moet de scheiding van het verband behoorlijk gemotiveerd zijn. Eene voorhoede, die een gevecht 34

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 34