Partij ct. weet waar de vijand op een gegeven tijdstip was wat hij later heeft gedaan moet opnieuw worden verkend ofwel men moet dat uit andere gegevens opmaken. Résumeerende, heeft het aangeven van het algemeen denkbeeld slechts ten doel vast te stellen, uit welke richting de beide partijen komen of kunnen komen en in welke richting hunne achterwaartsche verbindingen liggen. Groote plaatsen, straatwegen, rivieren, bruggen, overgangen in het gebergte, défilés en dergelijke vormen de aanknoopings- punten. Het terrein wordt overigens genomen zooals het is. Worden belangrijke wijzigingen van het terrein, bijv. door het stellen van inundatiën, aangenomen, dan behooren beide partijen zoodra noodig daarmede bekend gemaakt te worden, tenzij het denkbaar is dat een der partijen er aanvankelijk onbekend mede was (opruimingen, ondoorwaadbaarheid v. rivieren). In elk geval zal het den Partij ct. dan toch tijdig bekend gesteld moeten worden als hij of zijn afdn ter hoogte v. d. plaats van wijziging komt (komen). Wat nu het aangeven van den b ij zonderen oorlogs toestand betreft, zij opgemerkt, dat de sterkte der eigen partij nauwkeurig moet worden opgegeven, verder de verhou ding waarin de commandant tot de naast hoogere eenheid of tot de neventroepen staat en van waar en met welk doel hij uitgezonden wordt of werd. Ook kan men de onderstelling zoodanig maken, dat de com mandant daaruit moet besluiten tot het bereiken van een door hem zelf te stellen doel Het aan den Partijcommandant over laten om zelf uit den onderstelden toestand tot zijn opdracht te besluiten, verdient ten zeerste aanbeveling, omdat daardoor in hooge mate zelfstandigheid en besluitvaardigheid bij dien commandant worden opgewekt en aangekweekt. Het ontwerpen van zulke onderstellingen is echter niet gemakkelijk. Doch ook al worden aan de Partijcommandanten bepaalde opdrachten gegeven, dan moet toch voor oogen worden gehouden, dat deze voldoende ruimte laten voor zelfstandige beslissingen. Waar het hier geldt een oefenschool voor bevel hebbers en aanvoerders, mag e;i moet men hierin verder gaan dan de werkelijke oorlogstoestanden zouden aangeven, alwaar men van de zijde van hoogere bevelvoerders meer stellige be velen zal verstrekken. Het kan aanbeveling verdienen om de opdrachten voor beide partijen zoodanig samen te stellen, dat zij slechts zijdelings, en dus niet rechtstreeks, met elkaar verband houden. Bijv. Eéne partij krijgt opdracht om een spoorwegbaanvak te vernielen, de andere partij om met een bepaald doel te marcheeren door het terrein waarin zich dat baanvak bevindt (dus niet om dat baanvak te beveiligen). Hierdoor wordt veel gelegenheid geboden om de besluitvaardigheid op de proef te stellen. 37

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 37