Een der eerste voorwaarden voor het slagen van den aanval is
de vaste wil van allen, zonder onderscheid, om deze moeilijkheden
te overwinnen. Het aankweeken van den aanvalsgeest bij
de troepen, behoort tot de plichten van iederen commandant, zoo
wel in vredes- als in oorlogstijd.
64. RICHTING BIJ DEN AANVAL. Het is niet noodzakelijk,
dat de gevechtsgroepen of onderdeelen daarvan bij den aanval
onderling' nauwkeurig gericht blijven.
Wanneer een bepaalde afdeeling sneller kan voorwaarts rukken
dan de neventroepen, komt die snellere vooruitgang aan die
neventroepen meestal ten goede. Om dit te bevorderen kunnen
de reserve-afdeelingen van de minder snel vorderende groep of
van een gevechtsgroep, die bijzonder sterken weerstand verwacht,
achter de anderen geplaatst worden, om later flankeerend ten
behoeve van de eigen gevechtsgroep of afdeeling te kunnen in
grijpen.
Het verzekeren van de juiste aanvalsrichting dient met zorg te
geschieden. Gebruik van kompassen met draaibaren cirkelrand
zal in bedekt terrein, bij aanwezigheid van rook, mist en nevel,
des nachts enz., als regel noodig zijn.
67. BETEEKENIS DER OMVATTING. De omvatting is de
meest werkzame gevechtsvorm, zoowel als gevolg van de concen
trische vuurwerking, waartoe zij den aanvaller in staat stelt, als
door de bedreiging van 's vijands verbindingen.
70. FRONTGROEP EN OMVATTENDE GROEP. Bij een om
vatting onderscheidt men een frontgroep en een omvat
tende groep. Beide kunnen, ieder voor zich, uit meer dan
een gevechtsgroep bestaan, ofschoon zulks bij de omvattende
groep uitzondering is. Bovendien wordt te allen tijde nog eene
A. R. beschikbaar gehouden.
De frontgroep heeft tot taak zooveel mogelijk troepen van den
vijand te binden, door hem krachtig aan te vallen. De kracht van
dien aanval moet haar hoogtepunt bereiken op het oogenblik, dat
de aanval van de omvattende groep zich teekent.
De omvattende groep wordt zoodanig tot den aanval aangezet,
dat bij het stooten op 's vijands stelling, dooreenmenging met de
troepen van de frontgroep is uitgesloten.
Ook ten behoeve van de verbinding tusschen frontgroep en om
vattende groep is als regel indeeling van een verbindings
detachement noodzakelijk, (zie punt 65). Dit detachement
ontvangt, zoodra zijne aanwezigheid door het elkander naderen
der beide groepen niet meer noodig mocht zijn, eene andere
bestemming.
72. PLAATS A. B. BIJ OMVATTING. De A. B. bevindt zich in den
regel tusschen de omvattende groep en de frontgroep in. Het is
niet gewenscht, dat hij het bevel over een dezer op zich neemt.
45