55
11. N. I. O. V. AUG. door D. B.
Na een korte bijdrage over de wisseling van liet Legercommando, volgt
een artikel getiteld „Infanterieaanval", dat zich niet heel gemakkelijk laat
lezen, hier en daar zelfs eenigszins duister is-
Het bevat intusschen ongetwijfeld meerdere goede opmerkingen o. a. deze:
„Welke grondstelling de hoogere leiding in Indië ook toegedaan is, DE
eisch moet blijven gelden, dat de beschikbare troepenmacht gedrild moet
zijn in eene richting, die den vasten wil aangeeft den intruder
er met bekwamen spoed uit te werpen. Men kan den troep met de over
tuiging van die mogelijkheid alleen bezielen, wanneer de manschappen in
een in voldoende mate aanwezig hulpmateriaal moreelen steun kunnen vin
den.
Minder ingenomen kunnen we zijn met Schr's blijkbare voorliefde voor
„omtrekking." Dit is veelal een hoogst gevaarlijke zaak in den B. V. strijd
Daarop volgt een artikeltje over den G. D. bij zelfstandig optredende
Cavalerie, eene moeilijke quaestie vooral bij afdeelingen van slechts enkele
eskadrons.
De Schr. vestigt er de aandacht op, dat in den Grooten oorlog wegens
„de geweldige toename van het aantal verwondingen door scherven van
artillerieprojectielen, het tot nu toe gevolgde stelsel, om de gewonden
eerst achterwaarts (soms dagen ver) te vervoeren, faalde, omdat die artil
lerieverwondingen, met hunne verschrikkelijke, zich snel uitbreidende in
fectieprocessen, een dergelijk langdurig vervoer niet verdragen."
Hoewel nu onze basishospitalen wellicht niet op zeer grooten afstand
van de gevechtslinie zullen zijn gelegen, rijst toch de vraag, of de afvoer
van het meerendeel der gewonden daarheen wel gewenscht mag worden
genoemd en of niet de meeste operaties veel dichterbij zullen dienen
plaats te hebben.
Allerwaarschijnlijkst moet die laa'ste vraag bevestigend worden beant
woord.
Vervolgens krijgen we van de hand van den heer Bannink een opstel
over den M. G. D. Schr. begint met te erkennen, dat hij terzake in 1919
een voorshands onjuiste voorspelling deed, blijft echter van meening, dat
de toekomst zal uitwijzen, dat hij het destijds reeds bij het rechte eind had
De in Indië benoemde Commissie voor de mil. ziekeninrichtingen toch
beveelt thans aan uitbreiding van het aantal mil artsen en in het al
gemeen een beter toegerusten M. G. D. Schr. gelooft, dat we op Java
t. g t. denzelfden weg zullen ingaan als in Nederland voor vredestijd, t. w.
beperking van de taak van den M. G- D. en een beroep op burgergenees-
heeren en ziekeninrichtingen.
Wij voor ons gelooven niet, dat dit in Indië zoo spoedig op beteekenende
schaal zal gebeuren.
Schr. zegt terzake:
„Wie in Indië den M. G. D. in zijn veelzijdigen werkkring objectief heeft
gadegeslagen, zal moeten erkennen dat de oplossing ook daar niet kan
liggen in eene formatie-uitbreiding van den dienst. Want de huidige be
voorrechting van specialisten zal langzaam maar zeker leiden tot een nog
grooter tekort in dat dienstvak. En men moet aan de specialisten wel
allerlei privilegies toekennen, soms ten koste van de overige collega's,
wil men ze voor den dienst behouden. Nu heeft men in den laatsten tijd
voor de aanvulling een beroep gedaan op buitenlandsche medici, maar ook
deze zullen niet in het Leger blijven, indien hun eldeis eene goede parti
culiere practijk toelacht. Militaire hiërarchie en medische wetenschap zijn
zoo al geen heterogene dan toch weinig harmonieerende elementen van
Vetdruk van ons D. B.