57 mil. medicus zou dan minder onbeholpen zijn nieuwe carrière beginnen; ook Tjimahi zou voor een dergelijken cursus wel te benutten zij"." Vermeldenswaard is nog het volgende uit het rapport van de Hol- landsche commissie en wel op indië toepasselijk): „Van het ziekenrapport wordt gezegd dat het daarmee beoogde doel niet wordt bereikt, hoofdzakeliik door simulatie en aggravatie van ziekten en gebreken, doch ook na wegname daarvan zou er nog geen afdoende verbetering intreden door de gebrekkige gelegenheid tot onderzoek, onvoldoende opleiding der off. v. gez. en gemis aan samenwerking tusschen de off. v. gez en de troepen-comdn." en verder „De commissie komt tot de conslusie dat wanneer bijzondere omstandig heden daartoe aanleiding geven, niet alleen de bevoegdheid, maar zelfs de verplichting bestaat een namiddagziekenrapport te doen houden. Over de samenwerking tusschen troepen-comdt en off. v. gez- teekent de commissie nog aan: „Evenals het ziekenrapport slechts bij uitzondering door de geneesk. chefs wordt bijgewoond, zoo behoort het tot de zeld zaamheden dat—op het vroege morgenuur waarop de offn nog niet in de kazerne aanwezig behoeven te zijn—de toepen-comdtn een blijk van belang stelling komen geven of dat offn zich geroepen achten op het ziekenrapport den arts mondeling inlichtingen te verstrekken. Ware dit wel zoo, dan zouden onder anderen heel wat psychopathen tijdiger afgekeurd worden." Nog geeft de heer Bannink eene korte beschouwing, onder den titel „Eindelijk", over het onderwerp: bekendstellen der resultaten van de Krijgsschoolstudie (zie 1. M. T. Aug.) Het adres van den kapitein de Jong heeft ook in lndië reeds goede resultaten gehad, de o, i. verkeerde geheimhouding is n. 1. opgeheven. De betrokkenen weten thans waar ze aan toe zijn en is het verder in den vervolge zeer moeilijk gemaakt om ongeschikt verklaarden later toch nog bij den. Staf te plaatsen. (Geheel uitgesloten mag zulks echter o. i. niet zijn, omdat het bij uitzondering kan voorkomen, dat ondanks de indertijd verkregen ongeschiktheid, het later zonneklaar kan blijken, dat plaatsing voor den Lande gewenscht is). Nu valt onder meer nog te verkrijgende praktische mogelijkheid om officieren niet afkomstig van de H. K. S. bij het Dienstvak te plaatsen, terwijl ernstige overweging verdient het commandeeren tot het volgen der H. K. S. van hen, 'die daartoe geschikt worden geacht, dus alleen het „geschikt zijn" te handhaven, het „genegen zijn" los te laten. Verder noemen we een voorstel in zake Verstrekking van Reglementen. Uit het stukje blijkt, dat men aan het Departement de zaak eindelijk eens grondig ter hand gaat nemen. In het bedoelde voorstel wordt aan de hand gedaan de stichting van een Depót, beheerd door een officier; we vragen ons af, of het niet meer een betrekking voor een goed Onderluitenant, Adjudant O.O. of commies moet worden geacht. We vermeenen verder, dat de boekjes kosteloos aan de tactische onderdeelen en de kantoren zouden dienen te worden verstrekt ,er distri- butie in bruikleen aan allen (ook offn), die ze noodig hebben en niet tegen betaling, gelijk het voorstel luidt. Ten derden male treffen we aan een artikel over „Leger, Politie en. Bezuiniging", thans in hoofdzaak eene weerlegging van artikelen van Brasier", een voorstander der G.P., in het Bat. Nieuwsblad. De schrijver tegen de G. P. deelt in het artikel (overgenomen uit het Bat. Nieuwsblad) o. m. mede, dat de G. P. op Nieuw Guinea bijna een millioen gulden 's jaars kost. Erkend wordt, dat bij het verdwijnen van de G. P., de Algemeene Politie uitbreiding zal behoeven, verder, dat de G.P. wellicht goed- kooper is dan lnf.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 57