slechte gemeenschappen de verdediging hiervan wordt bemoeilijkt. In ieder geval geldt ook voor bergstellingen, dat de hoofdweer- standslijn door den tactischen Commandant zelf in groote trekken op het terrein moet worden vastgesteld, waarbij natuurlijk het overleg met den Artillerie-Commandant en den toegevoegden Genie-^officier van de grootste beteekenis is. De tactische Com mandant mag echter de keuze van de hoofdweerstandslijn in algemeenen zin, nooit aan anderen overdragen. 3. HET TRACÉ, DOOR F. t. I. Regeering en Kamer hebben dus de Vlootplannen onder het loodje gelegd. Dat gewicht zal er wel niet meer afkomen. Echter, vloot of geen vloot, willen de Hollanders in Indie met het loodje leggen, dan zullen zij laat ik als Paljas toch nog trachten te schertsen moeten overwegen, dat iedere indringer zijn gewicht aan lood waard moet zijn, zoodat we dus lood moeten opstapelen, wil het eind niet zijn, dat we gedwongen wordenzij het ook met looden schoenen het veld te ruimen. Maar loodopstapelen en het t.g.t. den vijand tegenslingeren gaat alleen, als we goede tuighuizen en goede tuigen hebben. Willen we die goede uitrusting, dan moeten we ook een hervor ming van het Java-leger willen. Vloot of geen vloot, (ja juist wegens gebrek aan vloot), wij moeten het leger terdege opknappen! Wat niet gaan zal zonder nieuwe, nog achtergebleven, voor stellen. Die dan weer verdedigd zullen moeten worden, met ernst, met overtuiging en kracht, met aplomb! Dus toch lood! Er zou nog meer voor Paljas te doen zijnlach dan! als de zaak niet zoo ernstig, zoo hoog ernstig was. Half werk is erger dan geen werk. Van de dooden, i. c. de vlootwet, niets dan goeds. Doch mogen wij daarom den moed laten zinken? We zouden niet zoo prat zijn op onze snel verbleekende tradities, wanneer wij n u reeds bij de pakken bleven zitten. 't Zou misschien wijze Oostersche berusting heeten, Oostersche wijsheid zou het niet zijn! Het is juist een eisch der krijgskunst, weten vol te houden, als de tegenspoed het grootst is, en het is een les der krijgskunde, dat, als de tegenstand het grootst schijnt, de kans op succesl bij het'volharden juist het grootst is. Ter publ. ontv. 21-7-22. Red. I.M.T. 14

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 14