klein wordt, dan wordt op den zelfden afstand, de belichting ook 4 maal zoo intens. Om het licht van den pos. krater te concentree- ren, wordt deze geplaatst in het brandpunt van een parabolischen spiegel. Een parabool bezit n. 1. de eigenschap, dat alle stralen, gaande door het brandpunt, evenwijdig aan de as teruggekaatst worden. Was de pos. kool een enkel punt, dan werd al het licht evenwijdig aan de as van den spiegel teruggekaatst en ontstond een bundel, met een doorsnede, gelijk aan de doorsnede van den spiegel. Dit gebeurt niet, omdat de kool een zeker oppervlak bezit, zoodat het grootste deel van de lichtstralen niet door het brandpunt gaat, daarom niet evenwijdig aan de as uittreedt, maar er een kleinen hoek mee maakt. De lichtbundel is dus geen cylinder, maar een afgeknotte kegel. De spreiding van den bundel bedraagt als regel 1|25 tot 1|20, zoodat op eenvoudige wijze de breedte van den bundel op een bepaalden afstand uitgerekend kan worden. Elke zlinstallatie bestaat nu uit: a. de stroombron, d. i. een gelijkstroomdynamo, welke op een of andere wijze aangedreven wordt; b. een lamp met een tweetal koolstaven, die gedurende het branden op goeden afstand gehouden worden; c. een spiegel. Spiegel en lamp zijn gemonteerd in het zoeklichthuis, d. i. een bus, die aan de eene zijde afgesloten wordt door den spiegel, en aan de andere zijde door een afsluitglas (gewoon dik spiegelglas, dus geen lenzen of iets dergelijks). Achter het glas bevindt zich een blind, dat op eenvoudige wijze snel geopend of gesloten kan worden, zoodat het licht kan blijven branden, ook al wenscht men tijdelijk niet te schijnen. Verder moeten nog aanwezig zijn: een kabel om de stroom van de dynamo naar de lamp te brengen, inrichtingen om zoowel de horizontale als de verticale richting van den bundel af te lezen, een vizierinrichting om reeds bij dag de richting van markante punten vast te leggen, de noodige gereedschappen en meetinstru menten enz. en somtijds een z. g. verhoogde opstelling om hetzl. op eenige hoogte b. v. 6 a 7 M. boven het maaiveld op te kunnen stellen B. Gaszoeklichten. Hierbij bestaat de lichtbron uit een pastille van metaalzouten, welke door een of ander bindmiddel, b. v. gesmolten glas, kalk, e. d. bij elkaar gehouden worden. Deze pastilles worden tot witgloeihitte gebracht met behulp van een acetyleen-zuurstof vlam. Zulk een installatie bestaat uit: a. Een lichtbron als hierboven aangegeven. De zuurstof wordt verkregen uit een metalen cylinder, waar ze in de fabriek ingeperst wordt. De acetyleen wordt ter plaatse gemaakt in een generator van precies hetzelfde principe als die, in gebruik voor elke carbid- amp, n. 1. dat uit carbid en water acetyleen ontstaat. De twee gassen worden door middel van slangen bij elkaar 18

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 18