2. De kleur van het voorwerp en van het licht. Door proeven is aangetoond, dat het gele en groene deel van het spectrum het duidelijkst zichtbaar is. Dit komt ten eerste omdat dat deel van het spectrum het minst in de lucht geabsorbeerd wordt, en ten tweede omdat deze kleuren het oog het meest aangenaam aandoen, zoodat dit het minst vermoeid wordt. De chemische stralen liggen in het blauw en violet, zij doen het oog zeer onaangenaam aan en vermoeien dit spoedig. Voor het waarnemen van kleuren speelt de achtergrond natuurlijk een groote rol. 3. De duur van de belichting, die niet te kort, maar ook niet te lang mag zijn, omdat dit het oog vermoeit. 4. De beweging van het voorwerp; een bewegend voorwerp is duidelijker zichtbaar dan een niet bewegend, dit leert de natuur ons, waar de dieren zich aan waarneming trachten te onttrekken, door zich doodstil te houden. Hieruit mag echter niet de conclusie getrokken worden, dat het daarom goed is, troepen in den zl.-bun del zich onbewegelijk te doen houden, in plaats van zich op den grond te werpen (zie hiervoor: Eenige aanwijzingen voor den aanvaller). Ten slotte zij nog in het algemeen opgemerkt, dat inspannende intellectuëele arbeid een slechten invloed op de gezichtsscherpte heeft, zoodat men de beste waarnemers niet onder de intellectuëele werkers zal moeten zoeken. 5. Kleurencontrasten tusschen het voorwerp en zijn omgeving. Zooals algemeen bekend is, bestaat het licht uit een aantal ver schillende soorten, welke we kunnen waarnemen, door het licht in een prisma te laten vallen. Het wordt dan ontleed in: rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo en violet. Het licht bezit drie soorten eigenschappen: warmte, lichtgevende en chemische. Gaan we nu de eigenschappen van de verschillende lichtsoorten na, dan blijkt het rood vooral warmte, het geel vooral licht en het blauw- violet vooral chemische werking uit te oefenen. Hieruit volgt, dat voor de waarneming vooral het gele licht een rol speelt, d. w. z. dat bij een neutralen achtergrond (grijs) gele en witte voorwerpen het best zichtbaar zullen zijn, groen en oranje minder en blauw en rood het minst. De kleur van den achtergrond speelt hierbij natuurlijk een overwegende rol. Dit is voor zin van veel gewicht. Overdag zullen lichtgekleurde voorwerpen bij donkeren achtergrond zich scherp afteekenen, 's nachts daarentegen, zal door het dikwijls blauwachtig witte bundellicht alles lichter gekleurd worden, waardoor dezelfde voor werpen zich veel minder afteekenen. Zonlicht valt, vooral in Indië, steil in, zoodat verticale vlakken (wanden van huizen) minder verlicht worden dan horizontale (het terrein) en zich dus weinig afteekenen, ook al zijn ze lichter van kleur. Door den vrijwel horizontalen zl.-bundel wordt zulk een wand echter veel intenser verlicht dan haar omgeving, zoodat ze 23

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 23