te vangen, (dus groote pupillen). Ook werd gewezen op de
maskerwerking (ondoorzichtigheid) van den bundel. Verder is
van belang, de plaats van den w n r in de richting van den bundel,
(zie fig. 7). Staat de wnr in Al, dan moet een teruggekaatste
straal van het voorwerp B den weg Al-B afleggen. Bij verplaat
sing naar A2 wordt die weg A2-B. Waar de hoeveelheid licht,
welke het oog treft omgekeerd evenredig is met het kwadraat van
den doorloopen afstand, zal een zwak verlicht voorwerp in A2
wel, in Al niet zichtbaar zijn. Derhalve is het van belang dat de
wnr zich zoover mogelijk naar voren verplaatst.
Daarom geeft men voor de werkingssfeer van een zl. dikwijls
twee getallen, één voor wnr bij het zl., en één voor wnr op
zulk een afstand van het zl., dat hij nog 200 M. van het juist nog
waar te nemen voorwerp staat.
In „Les Projecteurs de Campagne" van Gaston Breton vinden
we de volgende cijfers voor een 60 c. M. zl. (oude constructie, de
nieuwere hebben een veel grooter werkingssfeer). (Zie fig. 8).
Waarnemer
Waarnemer
in W,
in W2
Huizengroep te
gen donkeren
achtergr.
Ongew.
Gew.
oog
2 a 2,5 K.M.
2,8 a 3,3
d2 2,8 a 3 K.M.
d2 3 a 3,8
Huizengroep te
gen lichten ach
tergr.
Ongew.
Gew.
oog
d,
1,8 a 2
2 a 2,5
d2 2,2 a 2,5
d2 2,8 a 3
Troepen, lichte
kleeding, donke-
keren achtergr.
Ongew.
Gew.
oog
d,
1.2a 1,5
1,5a 1,8
d2 1,5 a 2
d2 2a2,5
Enkele men-
schen, lichte
kleeding, donke
ren achtergr.
Ongew.
Gew.
oog
d,
d,
0,6 a 0,7
1 K.M.
d2 0,8
d2 ±l,4
In heuvelachtig terrein zal dikwijls een zeer goede opstelling
gevonden kunnen worden door het zl. zoo hoog mogelijk, en de
wnr lager en voorwaarts te plaatsen.
In d; eerste plaats nemen daardoor de slagschaduwen af, en
wordt de verlichting van het terrein sterker, doch bovendien heeft
de wnr zeer weinig last van den bundel, vooral als hij de
onderste helft op het gezochte voorwerp brengt.
27
di
dj
di
di