De bundel bij maanlicht. Bij helder maanlicht neemt de wer kingssfeer van een zl. sterk af. Dit komt omdat de maan, hoewel betrekkelijk zwak, van boven af verlicht, dus gelijkmatig, zonder lange slagschaduwen. Wordt nu b. v. een verticale wand door het zl. verlicht, zoodat de verlichting van dat vlak ongeveer gelijk wordt aan die van het terrein, dat meer door de maan, maar minder door het zl. verlicht wordt, dan neemt de zichtbaarheid van die wand, als ze in kleur eenigszins met het terrein overeenkomt, af. Eerst was ze zichtbaar, omdat ze donkerder was dan de omgeving, door het zl. is dat contrast minder geworden. Bovendien is bij maanlicht de pupil kleiner. Staat de maar. laag en achter den w n r, dan kan ze zelfs helpen, staat ze hoog of in front van den w n r, dan wordt het nut van zin problematiek. IV. TACTISCH GEBRUIK VAN ZOELICHTEN BIJ HET VELD LEGER. A. Zoeklichten voor afstandsbelichting. De taak van de zin, ingedeeld bij een veldleger, kan zijn a. Het verlichten van vijandelijke objecten, om deze met vuur verliezen toe te brengen, b. Het tijdig ontdekken van bewegingen van den vijand, c. Het verblinden van den vijand om zijn opmarsch te vertragen, c. q. hem te beletten een vruchtdragend vuur ai te geven. d. Het aangeven van de marschrichting. e. Het maskeeren van eigen bewegingen, Het misleiden van den tegenpartij. g. Het verlichten van nachtelijken arbeid, c. q. landingen van vliegtuigen, h. Optisch seinen. In verband met bovenstaande taak, moeten de zin aan bepaalde eischen voldoen, welke nu eerst besproken zullen worden. Zin moeten een werkingssfeer bezitten in overeenstemming, met de taak, welke ze zul len moeten verrichten: Oogenschijnlijk lijkt het ge- wenscht steeds een zoo sterk mogelijk zl. te nemen. Doch bij nader inzien zijn de voordeelen daarvan maar betrekkelijk. Ik bedoel hiermee, dat wanneer zich geen terreinen voordoen met een vrij uitzicht van meer dan 3 K. M., een zl. van 3 K. M. wer kingssfeer beter op zijn plaats is, dan een van 5 K. M. Want niet alleen wordt dit duurder en zwaarder, en dus minder verplaatsbaar en zal het meer bediening eischen, doch bovendien geeft het onnoodig sterke slagschaduwen, waar de tegenpartij veel pleizier van kan hebben, en ook heeft het als regel een grooteren tweeden bundel, welke de omgeving, i. c. eigen stelling en troepen verraadt. Hoe van zelf sprekend het bovenstaande ook is, er is dikwijls zwaar tegen gezondigd. De practijk heeft uitgewezen, dat voor vlakke, weinig begroeide terreinen, waar zin het meest tot hun recht komen, een spiegel- diameter van 60 a 75 c. M. ruim voldoende is. Deze lichten kunnen dan 3 K.M. werkingssfeer hebben. 29

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 29