In T. u. W. 1919 biz. 233 lezen we Mit Scheinwerfern ausge- riistet waren ursprunglich nur die Scheinwerferzüge, anfangs 1 per Armeekorps spater per Division, (zug fahrbare Sch. und einige Azetylen-Sauerstoff Sch.) Beim Stellungskrieg, besonders auf dem ostlichen Kriegsplatz, trat bald ein groszer Bedarf ein, sodasz die tragbaren Sch. auch Liber die planmaszige Ausriistung aus den Truppen in groszer Zalil iiberwiesen wurden. Schwierigkeiten in der Bedienung, die gut ausgebildete Mannschaften verlangte, und im Ersatz des Azetylens, führten zur Einführung von tragbaren Glühlichtscheinwerfern, deren Bedienung sehr einfach war. Schlieszlich wurde jeder Division ein Handscheinwerferzug mit 15 Glühlichtsch. und 3 Lademaschinen zugeteilt, wahrend die fahr- baren Sch. aus dem Divisionsverbande hinaus, ausgeschieden und bei den Armeen eine Reserve fiir besondere Zwecke bildeten. Schwere Sch. mit 90 c. M. Spiegeldurchmesser (wij gebruiken in veel zwaarder terrein 110 c. M.) ursprünglich nur in der Aus riistung der Festungsch. ziige, kamen zur Anwendung fiir die Vorreldbeleuchtung. Hieruit blijkt, dat de D. ze op het betrekkelijk zeer kalme Oost front wel gebruikt hebben, vooral die voor de nabijverdediging. Op het Oostenr. front zijn ze, naar mij persoonlijk werd mee gedeeld, zelden of nooit gebruikt, omdat ze onnoodig vuur tot de stelling trokken. De Italianen gebruikten op hun bergfront wel zin, vooral groote, niet of slechts weinig verplaatsbaar. Van de resultaten is mij niets bekend. Op het Westfront zijn in den aanvang wel zin gebruikt, doch daar zijn beide partijen spoedig van teruggekomen, omdat daar de nadeelen veel grooter waren dan de voordeelen. Concludeerende kan gezegd worden, dat aan doelmatig gebruikte zin onder gunstige omstandigheden groote voordeelen verbonden kunnen zijn. Echter kleven ten allen tijde aan dat gebruik de volgende nadeelen: 1. Onnatuurlijke belichting met groote slagschaduwen, 2. Het verraden van de eigen stelling. 3. Het tot zich trekken van vuur. Die nadeelen spelen een grootere rol, naarmate de partijen meer van elkaar afweten, dus in den stellingoorlog. Op grond van het bovenstaande heb ik de overtuiging, dat hoe wel de zin voorloopig wel in de legerformaties behouden zullen blijven, die formaties geen uitbreiding zullen ondergaan. Men zal trachten de noodzakelijke voorterrein-verlichting te verkrijgen, door het verschieten van lichtprojectielen, welke de bovengenoem de nadeelen niet bezitten. Wellicht, dat de thans geconstruëerde projectielen nog niet aan alle daaraan te stellen eischen voldoen, doch dat is slechts een technische moeilijkheid, die wel opgelost zal worden. 36

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 36